Jonasz Dekkers stond zondagmiddag aan de voet van de spiksplinternieuwe Zalmhaventoren in Rotterdam, waar de goedkoopste woning acht ton kost. Ietsje verderop werden mensen die demonstreerden voor betaalbare woningen hardhandig in de boeien geslagen en afgevoerd. Het was een druilerige zondagmiddag, op allerlei manieren. Hij schreef erover.
Het is een mooie, ietwat druilerige zondagmiddag aan de voet van de spiksplinternieuwe Zalmhaventoren in Rotterdam – de grootste toren van de Benelux, waarvan het penthouse getaxeerd is op een slordige zes miljoen euro. Terwijl ik naar het gebouw kijk, denk ik aan de uitspraak van Wethouder Bouwen en Wonen Bas Kurvers (VVD): “Een inclusieve stad is ook voor penthousebewoners.” Die wens is in ieder geval uitgekomen. Ik kijk naar links, naar rechts, en zie borden met andere wensen: ‘Huizen voor mensen, niet voor winst’ en ‘Wonen is een recht’.
De Woonopstand is onderweg van het Afrikaanderpark op Zuid, via de Erasmusbrug naar de Markthal in het centrum. De sfeer zit er goed in, men is vrolijk en enthousiast. Er wordt op creatieve wijze gescandeerd: “Hoe laat is het? Solidariteit!” Er lopen jonge mensen, middelbare mensen, oude mensen. De groep bestaat uit een variëteit aan etnische achtergronden die vertrouwd Rotterdams is. Ik zie mensen met honden en baby’s, met kinderwagens en fietsen. Ik zie mannen met proteststickers op de borst, kinderen met spandoeken en scootmobielen met protestborden achterop.
Maar dan laat het Rotterdamse politiekorps zich van zijn meest Rotterdamse kant zien. Uit het niets klinkt het intimiderende geluid van 48 hoeven op het beton van de Erasmusbrug, beginnen opgefokte herders te blaffen en loeien sirenes van ME-busjes alsof Feyenoord verloren heeft. De kakofonie maakt dat een hondje aan een rood riempje zich verstopt tussen de benen van zijn baasje, een oude vrouw in een scootmobiel het gas harder indrukt om snel weg te komen en de bus van vakbond FNV vooraan de stoet tot stilstand komt. We kijken om: er wordt gerend, geschreeuwd en geroepen.
‘Het kan allemaal best kleiner, een keuken heb je bijna niet meer nodig’
In een week waarin de Rotterdamse vastgoedwereld borrelde bij het Westerpaviljoen aan de Nieuwe Binnenweg en uitlatingen deed als ‘een keuken heb je bijna niet meer nodig, die jonge mensen eten toch buiten de deur. Het kan allemaal best kleiner’, worden vreedzame demonstranten zonder gegronde reden in elkaar gemept, opgepakt en mishandeld.
De mannen met stickers van het woonprotest op de borst blijken undercoveragenten te zijn. Eén van hen begint midden in de menigte met zijn knuppel om zich heen te slaan, waaronder meerdere malen op een angstige vrouw die met de handen in het haar probeert weg te komen. De groep van twaalf paarden rent dwars door de menigte in een cirkel rond. Meer intimiderend wordt het niet. “Er werd echt geprobeerd om angst te zaaien,” aldus demonstrant Cas ’t Hart tegen lokale omroep Open Rotterdam.
Normaal gesproken zou ik het begrijpen als de ‘er zitten meerdere kanten aan een verhaal’-headlines de media zouden halen. Maar toen een dag later het lokale AD op de voorpagina kopte met ‘Rellen tijdens woonprotest’, brak mijn klomp. De politie heeft zich hier van zijn meest duistere kant laten zien, iets wat het Rotterdamse korps niet vreemd is. Het label ‘rellen’ geeft aan dat de politie ingreep wegens geweld en/of vandalisme, gepleegd door demonstranten. En dat is niet gebeurd.
Trap, kick, mep, en hap, slik, weg waren de demonstranten
Lokale omroep Open Rotterdam vangt een gesprek op tussen de politiechef ter plaatse en een organisator van het protest:
“Ik wil deze groep niet in de binnenstad.”
“Maar ze hebben toch niks gedaan?”
“Nee. Nog niet, nog niet. Dat willen we graag zo houden.”
En dus: ME, knuppels, paarden, honden, drones, waterkanonnen die klaar stonden en arrestaties. Reden voor die arrestaties waren volgens de woordvoerder van de politie ‘signalen dat een groepje demonstranten mogelijk verboden voorwerpen bij zich zou dragen’. Trap, kick, mep, en hap, slik, weg waren de demonstranten; met z’n vijftigen een tram in die ‘toevallig’ stond te wachten (waardoor onder andere een bejaarde man met rollator zijn reis op een andere manier moest voortzetten). Met een rotgang de Erasmusbrug over, door een ME-busje geëscorteerd, om pas veel later op de avond vrijgelaten te worden.
Aan de voet van de spiksplinternieuwe Zalmhaventoren zie ik een uur later een kapotgetrapte zonnebril en wat paardenstront liggen, ruik ik resten angstzweet en proef ik een nare nasmaak. Het is een stuk druileriger dan eerder vanmiddag. Ik vraag me af of het aan het weer ligt. De minimale prijs van een woning in de Zalmhaventoren ligt op het moment van schrijven trouwens op zo’n acht ton.
Met medewerking van Danielle Kliwon.