Jonasz Dekkers voelt zich thuis in Rotterdam. Maar vanwege grootschalige sloop is dat gevoel voor veel van zijn stadsgenoten niet meer vanzelfsprekend. De kans dat zij hun thuis terugvinden is klein.
Je ergens thuis voelen is een fijn gevoel. Tegelijkertijd is het een ongrijpbaar gevoel. Het is moeilijk zomaar op te roepen. Het gevoel ergens thuis te zijn doet er namelijk jaren over om zich te vormen, te ontwikkelen en zich ten slotte te nestelen. Pas na een lange tijd op dezelfde plek, in dezelfde buurt of in dezelfde stad gewoond te hebben kristalliseert het thuisgevoel uit. Dan geven de meest willekeurige dingen je een warm gevoel.
In mijn geval zijn dat de neonletters bovenop de Van Leeuwen Buizen-flat bij het Kleinpolderplein in Overschie. Toen ik nog kind was vroeg ik tijdens lange autoritten aan mijn ouders of we al bijna bij ‘De Leeuwen’ waren. Voor mij stonden de grote neonletters na een dagje weg, maar ook na een lange vakantie, symbool voor thuis. En die warmte roept de flat nog steeds bij me op, ook al woon ik er niet meer en zijn de letters onlangs weggehaald. De flat staat er gelukkig wel nog. De andere flats aan de Abtsweg zijn een paar jaar geleden tegen de vlakte gegaan. Er wordt veel gesloopt in Overschie, een patroon dat Rotterdam eigen is. Voor sommigen is een thuis in Rotterdam allang geen zekerheid meer.
Mijn opa haalde altijd kibbeling bij visboer Bos op het Heemraadsplein. Of toch op z’n minst drie keer per week. “De beste van Nederland!”, riep hij dan, zonder ooit ergens anders in het land kibbeling geproefd te hebben. Mijn opa voelde zich thuis in Rotterdam en was trots op de stad. Net als zijn grote held, Lee Towers. In een interview met Ischa Meijer zegt Lee dat hij trots was om in de haven te werken, toen de grootste van de wereld. Hij voer op de grootste schepen, maakte de grootste motoren, Rotterdam was groots. En wanneer hij als jongetje met de bus door de Maastunnel naar de Noordoever reed, telde hij de lichtjes in de tunnel. Elke keer opnieuw. Net als mijn opa woont Lee al zijn hele leven in Rotterdam. Hier is hij thuis, gelukkig. “[Thuis] is een uitdrukking van wie we zelf zijn,” meent Leon Heuts, voormalig hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Een thuisgevoel hebben is dus van belang voor een gelukkig leven.
Een thuisgevoel hebben is van belang voor een gelukkig leven
Het duurt lang voordat je je op een nieuwe plek thuis voelt. Routines en gewoontes helpen daarbij. Keer op keer dezelfde routes wandelen, bij dezelfde winkels en koffiebarretjes komen, dezelfde mensen dag in dag uit weer opnieuw ontmoeten en ze goed leren kennen. Routine draagt in die zin bij aan het geluk van het thuisgevoel. Iedere vakantie de neonletters van de Buizenflat herkennen, iedere busrit dezelfde lichtjes tellen.
De sloop van de historische wederopbouwflats langs de A13 in Overschie is goedgekeurd, alsook die van de volkse Tweebosbuurt, die onlangs begonnen is. Na jaren van rechtszaken en protesteren moeten er meer dan vijfhonderd woningen tegen de vlakte. Woningen waarin mensen thuis zijn, gelukkig zijn, in sommige gevallen al hun hele leven. Gedwongen naar een nieuwe plek, misschien zelfs naar een beter huis, wellicht ook in een ‘betere’ buurt. Maar wel een buurt zonder Hilledijk met zijn bomenrij en zonder mevrouw Pelger, de buurtmoeder die al 73 jaar in hetzelfde huis aan die dijk woont. Die gaat in haar resterende jaren geen thuis meer vinden. Rotterdam is weer een thuis verloren. De mensen maken de buurt en de buurt maakt de mensen. De sloop ruïneert beide.
En natuurlijk zou ik willen schrijven over de schending van de mensenrechten door woningcorporatie Vestia en de Gemeente Rotterdam. Maar man, ik weet niet eens wat ik zou moeten zeggen. Ik word er triest van. De sloop gaat gewoon door, alsof er niets gebeurd is.
Volgens wethouder Bouwen en Wonen Bas Kurvers (VVD) is het rapport van de Verenigde Naties over het handelen van Vestia en de gemeente “het begin van een dialoog.” Een dergelijk vernietigend rapport van een van de meest gezaghebbende instituten ter wereld, zou op z’n minst het eind van een dialoog moeten zijn (en het einde van Kurvers, de Woonvisie en heel woningcorporatie Vestia). Het VN-rapport zou bovendien het eind moeten zijn van een dialoog die nooit is gevoerd. Dus, zoals Tweebosbewoner Edwin terecht snauwde naar Vestia-directeur Straver, die stelde dat Edwin maar in Hoek van Holland moet gaan wonen: “Douw je schoonmoeder er maar in!” Mijn opa, Lee Towers en visboer Bos zouden het ermee eens zijn.
Met medewerking van Danielle Kliwon.