De Voorzet: de kroketten van Krol

Beeld: Beeld: Micky Dirkzwager

10 april 2021, 09:00

In aanloop naar het Europees kampioenschap voetbal schrijft Danielle Kliwon elf weken lang over de elf posities in het elftal. Ze bekijkt het huidige team en haalt herinneringen op aan de Nederlandse spelers van weleer, zoals Cruijff, Neeskens, Koeman en Van Basten. Deze week: de linksachter.

Ik weet niet precies wanneer mijn liefde voor voetbal is ontstaan. Er zijn foto’s waarop ik als eenjarige met m’n neus tegen de televisie sta gedrukt, terwijl Ajax speelt, tot groot vermaak van mijn vader. Het zal ergens rond die tijd zijn geweest.

Misschien was het wel het lot. Ik ben geboren op 26 april, de dag dat Oranje tegen West-Duitsland speelde. Het was weliswaar geen verloren finale zoals in ’74, of gewonnen halve finale zoals die van ’88, maar toeval kan het niet zijn geweest. Eerder een voorteken.

Voorbestemd.

Dat moet Ruud Krol ook hebben gedacht toen hij bij Ajax kwam: het is voorbestemd. Hij wist niet of zijn kwaliteiten goed genoeg waren voor het hoogste niveau en twijfelde daar vaak over. Maar hij liet zich er niet door van de wijs brengen. Hij had als speler een ijzeren wil en doorzettingsvermogen – als trainer overigens ook – en was vastbesloten een van de beste Nederlandse spelers ooit te worden.

Wat zeg ik, voorbestemd.

Van rechts naar links

Verdediger Ruud Krol werd geboren als rechtspoot, en rechtsbenige verdedigers zijn bij uitstek te vinden aan de rechterkant van het veld. Krol niet. Bij Ajax was de linksbackpositie vrij en Krol had er zijn zinnen op gezet. En wanneer Krol iets wil, dan krijgt hij het. Hij trainde en hij trainde, totdat zijn linkerbeen net zo sterk was als zijn rechter. Hij maakt zich de positie eigen, zowel bij Ajax als bij het Nederlands elftal.

Uiteraard voorbestemd.

Het was tenslotte de voorzet die hij gaf met zijn linkerbeen die hem onsterfelijk maakte: met zijn linker legde hij tijdens het WK van 1978 de bal loepzuiver neer voor Cruijff, die vervolgens de bal het doel van de Brazilianen in roste.

De snoeiharde halve finale tegen Brazilië was sowieso een wedstrijd naar de hand van Krol. Hij was het soort speler van wie je een klap kreeg als je het niet goed deed. Linksback Peter Boeve kreeg al eens een duw en aan Kees Zwamborn deelde hij openlijk een stoot uit, nadat Zwamborn volgens Krol tegenstander Dick Nanninga niet hard genoeg dekte. Tegenstander of medestander, dat maakte Krol nooit zoveel uit. Een beetje zoals Erik ten Hag naar Noa Lang schreeuwde: “Je moet je mond houden en luisteren. Gewoon doen.” Alleen bij Krol kreeg je er dan ook een oorveeg bij.

Zwamborn zou later stellen dat hij als speler ‘sterk beïnvloed’ was door Krol. Mooie woordkeus, wel.

Schnabbel en Babbel

In ’74 was Krol de Casanova van Oranje, de playboy. Vrouwen vielen voor hem en mannen wilden zijn beste vriend zijn. Hij was charismatisch, die Krol, en hield ook wel van een grapje. Samen met Wim Suurbier, met wie hij ook speelde bij Ajax als links- en rechtsback, vormde hij het duo ‘Schnabbel en Babbel’, de koning en de keizer van de kleedkamerhumor. Vooral spits Ruud Geels moest het ontgelden. De twee hadden het gemunt op zijn tafelmanieren. Het was zelfs zo erg dat Geels naar eigen zeggen met knikkende knieën de trap afging als het tijd was om te eten. Tijdens het WK van ’74 verblijdden ze de kijker iedere dag met een sketch. Hun humor was net zo hard als het spel van Krol.

Datzelfde jaar opende Krol ook twee snackbars. Zijn naam prijkte op de voorgevels in de Reguliersbreestraat en de Nieuwendijk. Eigenlijk waren het gewoon veredelde FEBO’s, maar de kroketten en kipnuggets van Krol, die smaakten toch net wat lekkerder. Samen met mede-Ajacied Arie Haan stond hij daar in de keuken en was het een gezellige boel. Hoewel de winkels na enkele jaren opgedoekt werden, verwierf Ruud Krol wel een zekere rijkdom met zijn snackbars. Nadat het kroketten-avontuur voorbij was, besloot hij zich op een andere passie te storten.

Koning Krol

Krol zei altijd: “Voetbal is geen kunst: het is een kunst om goed te voetballen.” Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij gefascineerd raakte door kunst en cultuur. Hij was overigens geen kunstige voetballer. Allure had hij, ja, en flair ook, evenals de typische Amsterdamse bluf. Maar kunstig en verfijnd? Dat was Krol niet. Toch had hij wat kunst betreft wel een verfijnde smaak. Hij genoot van schoonheid en kunst in Cannes en later Afrika, waar hij zich liet onderdompelen in de cultuur van straattentjes in Egypte en Marokko en voodoo bij het Zuid-Afrikaanse Orlando Pirates. Ook in Napels, waar Krol werd binnengehaald als een God.

Koning Krol werd hij in Napels genoemd. En terecht. Hoewel hij in zijn tijd bij Napoli wordt geplaagd door blessures, loodst hij het team door een zware tijd heen. “Napoli tranquillo: Krol ci salvera,”  schreef de Italiaanse krant La Stampa vlak voor de uitwedstrijd van Napoli tegen Torino. Rustig, Napoli: Krol zal ons redden. Over zijn tijd bij Napoli zei Krol zelf: “De mooiste tijd van mijn leven.” Ik snap dat wel. De man kreeg in Napels de aanbidding die hij verdiende.

Dat Krol een superbe speler is, staat buiten kijf. In 1979 werd hij zelfs derde in de verkiezing om de Ballon d’Or, de meest prestigieuze Europese voetbalprijs. Ongehoord voor een verdediger. Het zijn vaak de aanvallers die met hun snelle spel en flitsende goals in de top drie van beste spelers van Europa eindigen. 

Volgens de berekeningen van econometrist dr. Gerard Sierksma is Krol zelfs de beste Nederlandse speler ooit. Krol was het daar niet mee eens: “Ik heb de meeste wedstrijden op hoog niveau gespeeld, maar dat is iets anders dan de beste. Want de beste, dat was Johan Cruijff.” Bescheiden of eerlijk, wellicht een combinatie van beide, want zijn lijst van eretitels is uitzonderlijk lang. De beste Ajax-verdediger, de beste voetballer in de Serie A, de beste kroketten-bakker, en ga zo maar door.

Hard in de tackle en Amsterdams brutaal,” schreef NRC ooit. Ze hadden gelijk, dat was hij ook. Maar boven alles was Ruud Krol voorbestemd.

Voorbestemd om de beste Nederlands linksback ooit te worden.

Met medewerking van Detlev Hiep


Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Lees ook:

Zoeken

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.