Redacteur beeldende kunst Charlie Ubbens bezocht de digitale tentoonstelling Foam Talent 2020 van het Amsterdamse fotografiemuseum. Was deze online ervaring het waard?
Sinds 2007 organiseert Foam ieder jaar een expositie met het werk van opkomende jonge fotografen: Foam Talent. Een belangrijke tentoonstelling voor jonge fotografen om internationale bekendheid te genereren. Het fotografiemuseum vond een alternatieve manier om de tentoonstelling dit jaar toch door te laten gaan: Foam Talent Digital.
De tentoonstelling bestaat uit verschillende online-activiteiten: een podcast serie, livecasts, een YouTube-serie en natuurlijk de virtuele expositie zelf. In hoeverre is dit een geslaagde museale ervaring?
Pijltjes, pop-ups en andere functies
“Enter The Exhibition,” staat er op de startpagina. Je bent één muisknop verwijderd van het betreden van de virtuele expositiezalen. Een kaartje heb je niet nodig. Wel kennis van digitale omgevingen. De negentien fotoreeksen bestaan ieder uit een andere digitale kamer. Met je computermuis blader je door de verschillende portfolio’s. Het duurt even om te begrijpen hoe dit werkt omdat pijltjes, pop-ups en andere functies pas opkomen zodra je met je muis in de buurt komt. Een klikbare pijl omlaag brengt je naar het volgende portfolio. Om een specifieke serie van een kunstenaar te bekijken, klik je op “view this project”. Daar scroll je vervolgens met je muis doorheen.
Elke kamer heeft verschillende beschrijvingen, functies en presentatievormen. Zo begint bijna elke kamer met een geluidsopname waarin de fotograaf toelichting geeft bij zijn of haar werk. Het is jammer dat deze opnames erg verschillen van kwaliteit. De tentoonstelling heeft iets weg van een PowerPointpresentatie. Ieder portfolio is een slideshow an sich: de foto’s vervagen, splitsen, bewegen of staan stil.
Hoewel het kan overkomen als een onsamenhangend zooitje, geven de verschillende presentatievormen naar mijn idee juist de diverse identiteiten van de kunstenaars weer. Iedere digitale kamer vertegenwoordigt een andere stijl. Zo kiest Douglas Mandry een rustige achtergrond met veel beige, voegt Karla Hiraldo Voleau handgeschreven teksten toe en kiezen Simone Sapienza, Benoit Jeannet en Adji Dieye voor felle achtergrondkleuren.
Hoewel je in een museum gemakkelijk anderhalf uur doorbrengt, is dat online toch anders
Het hoogtepunt
Het portfolio van de 34-jarige Yorgos Yatromanolakis springt er voor mij uit. Zijn foto’s visualiseren een reeks traumatische gebeurtenissen in zijn persoonlijke leven. En dat voel je. Dwars door je beeldscherm heen. Zwart is de kleur die overheerst in zijn portfolio. Dit wordt extra benadrukt door de zwarte achtergrond van zijn digitale expositiezaal. Bomen, rotsen, mensen en dieren vormen de kern van zijn serie. De flits zorgt voor een vreemd effect. Het onderwerp in zijn foto licht als het ware op en trekt alle aandacht.
De foto’s zijn duister en roepen het gevoel van een nachtmerrie bij mij op. Doordat de foto’s in de tentoonstelling in elkaar overlopen, voelt het alsof je geen grip hebt op de manier waarop de kunstwerken gepresenteerd worden. Het lijkt een bewuste keuze van de fotograaf.
De fotografie van Yatromanolakis wordt gecombineerd met een zes minuten durende geluidsopname. De vage, computer gegenereerde geluiden zijn lastig te plaatsen, maar dragen bij aan de algehele duistere sfeer.
Het geluid, de fotografie en de presentatievorm vullen elkaar aan. Een geslaagd voorbeeld van het combineren van verschillende audiovisuele media. Het werk van Yatromanolakis doorbreekt een digitale grens, een veilige muur om je achter te verschuilen. Zijn werk blijft dagen door mijn hoofd spoken.
Niet voor iedereen toegankelijk
De tentoonstelling raakt aan thema’s als identiteit, consumentisme, racisme, gender, milieurampen en andere relevante hedendaagse onderwerpen. Maar voor een oudere generatie, voor wie het van belang is de vraagstukken van jongere generaties te begrijpen, is deze digitale expositie helaas ontoegankelijk. Het vinden van de online expositie, het wegwijs maken in de verschillende digitale kamers en het openen van de bijbehorende functies kan als lastig worden ervaren door oudere bezoekers. Waar mijn opa en oma de fysieke tentoonstelling in Amsterdam zeker zouden bezoeken, wagen ze zich niet aan deze virtuele gebeurtenis. Dat is spijtig.
Daarnaast kostte het bekijken van deze tentoonstelling mij 73 minuten. Dit achter een laptop achter mijn bureau. Hoewel je in een museum gemakkelijk anderhalf uur doorbrengt, is dat online toch anders. Wie van plan is deze tentoonstelling te bezoeken: bereid je voor. Het is een lange zit. Persoonlijk verlang ik na een thuiswerkdag eerder naar offline activiteiten.
Kunst is geen passieve hobby
Al jaren laat Foam met deze terugkerende show zien welk pad de hedendaagse fotografie bewandelt. Helaas is het niet gelukt een soortgelijke museale ervaring na te bootsen in digitale omgevingen. Hoewel Foam een goed alternatief biedt, is het lastig om je vanuit huis op dezelfde manier in een expositie te storten als in het museum zelf. Zo heb je in een museum niet halverwege de neiging om de was te doen, een ommetje te lopen of koffie te zetten. Nu wel.
Hoewel Foam geprezen mag worden om de flexibele houding en creatieve oplossingen, hoop ik niet dat musea hier een gewoonte van maken. Noem mij ouderwets, maar kunst is geen passieve hobby die je vanuit je kamer beleeft. Kunst bewonder je fysiek!
Met medewerking van Sezen Moeliker.
De tentoonstelling kun je bezoeken via deze link.