Gastauteur Jan Tourkov, afgestudeerd in Midden-Oostenstudies, sprak met demonstranten in Irak die geen genoegen meer nemen met de piramidemaatschappij die het land al jarenlang vormt.
In november 2019 zag Mohammed (16) hoe twee jonge broers voor zijn neus werden doodgeschoten vlak bij de Brug van de Republiek in Bagdad, Irak. Even daarvoor zat hij nog samen met hen in een tent, tot ze geschreeuw van buiten hoorden.
Te midden van de andere demonstranten liepen de drie richting het lawaai om te kijken wat er aan de hand was. Verderop verdwenen gewapende mannen in een steeg. Toen één van de jongens om het hoekje keek, klonken er plotseling schoten en zakte hij in elkaar. Zijn broer rende meteen naar hem toe. Een paar tellen later werd hij ook geraakt.
“We waren het gewend,” zegt Mohammed. “We kennen veel mensen die zijn gestorven. Het verbaasde ons niet eens meer, maar we waren intens verdrietig na het horen van hun huilende moeder.”
Stenen en brandbommen
Wie demonstreert in Irak waagt zijn leven. Met bruut geweld proberen Iraakse autoriteiten het land onder de duim te houden sinds in oktober 2019 gigantische protesten uitbraken. Honderdduizenden mensen gingen in de eerste maanden de straat op. Nu nog zijn er regelmatig demonstraties, waarbij nog altijd doden vallen. Het geweld komt niet alleen van de regering: naast de officiële veiligheidstroepen zijn er allerlei sektarische milities die straffeloos optreden tegen alles wat hen niet bevalt. En ook de jonge demonstranten vechten, met stenen en geïmproviseerde brandbommen.
‘De overheid heeft nooit iets goeds voor ons gedaan. We zijn klaar met deze shit‘
De protesten gingen in eerste instantie over praktische problemen: enorme werkloosheid, slechte voorzieningen, hoge voedselprijzen. Maar al snel zijn de demonstranten groter gaan denken. Het hele systeem moet op de schop.
“Waar ik van droom is een seculiere Iraakse staat,” zegt Ridha (20), een student en demonstrant uit Bagdad. Irak wordt in Ridha’s ogen geregeerd door religieuze partijen die alleen hun eigen achterban bedienen. Die partijen zijn volgens hem corrupt tot op het bot. Ook Mohammed noemt corruptie als voornaamste reden om de straat op te gaan: “De overheid heeft nooit iets goeds voor ons gedaan. We zijn klaar met deze shit.”
Doodnormale contractfraude
Een opzichtig voorbeeld is de renovatie van het beroemde al-Rashidtheater in Bagdad. In 2013 betaalde de Iraakse overheid 21 miljoen dollar aan een onbekend Turks bedrijf, Rotam, om het theater te renoveren omdat Bagdad in dat jaar door Unesco was uitgeroepen tot ‘Arabische culturele hoofdstad’.
Het zou om een aanbetaling gaan, zei de cultuurminister, ook al had Rotam nog geen plan voor de renovatie aangeleverd. Een jaar later was er nog niets gebeurd. Er was zelfs nooit iemand van het bedrijf aanwezig geweest op de bouwplaats, maar het geld is wel verdwenen. Later werd het theater door een stel studenten alsnog opgeknapt.
Toen een stel Iraakse parlementariërs naar binnen wilde bij de feestelijke heropening in 2016 werden zij volgens ooggetuigen uitgejouwd en weggestuurd. “Jullie politici zijn de reden voor de vernietiging van Irak!” riepen woedende mensen bij de deur.
De minister heeft nooit verantwoording afgelegd voor deze zaak. Waarom zou hij ook? Wat hij deed is immers doodnormaal. Er verdwijnen miljarden door middel van zogeheten contractfraude. De overheid besteedt een opdracht uit aan een particulier bedrijf, maar voor een te hoog bedrag. Het bedrijf en de opdrachtgever (in dit geval de minister) verdelen vervolgens stiekem het extra geld. Vaak wordt er ook nog eens slecht werk geleverd, omdat het bedrijf helemaal niet de beste keuze was voor het uitvoeren van de opdracht. Op die manier is het publiek twee keer de dupe van de plundering van de staatskas.
Walvissen
Corruptie in Irak gaat echter verder dan dit soort grote schandalen. Het is overal in de staat en de samenleving aanwezig. Irak is een echte oliestaat: de overheid verdient miljarden met de export van ruwe olie. In theorie zou iedereen mee moeten profiteren van die welvaart. Maar de verdeling van het geld over de samenleving – door middel van salarissen, uitkeringen en pensioenen, maar ook door voorzieningen als elektriciteit, onderwijs en gezondheidszorg – verloopt rampzalig.
De frustratie van jonge Iraakse demonstranten zoals Mohammed en Ridha is voorstelbaar, gezien zij elke dag te maken hebben met corruptie. Het is de reden dat de gezondheidszorg tekortschiet
Bovenaan de spreekwoordelijke piramide, zo dicht mogelijk bij de bron van al het geld, bevindt zich de Iraakse politieke elite. De hitaan, de ‘walvissen’, zijn de mannen die alle touwtjes in Irak in handen hebben.
Journalist Robert F. Worth van The New York Times lukte het onlangs om zo’n walvis anoniem te spreken. Het beeld is schokkend: deze groep heeft zich de afgelopen twee decennia straffeloos kunnen verrijken ten koste van de Iraakse staat. Ze hebben dure huizen in Londen en Parijs en miljoenen op hun geheime bankrekeningen staan. Binnen Irak heeft deze elite nauwe banden met de politieke macht.
Verlengstukken van warlords
Politieke partijen in Irak zijn in feite niet meer dan de parlementaire verlengstukken van corrupte warlords, die bovendien stuk voor stuk beschikken over een eigen militie. Soms is dat niet meer dan een stel gewapende mannen in jeeps, soms gaat het om volwaardige legers die kunnen concurreren met de officiële strijdkrachten van Irak. Die milities zijn er om af te persen, te intimideren en zo nodig te vechten met rivaliserende groepen.
De frustratie van jonge Iraakse demonstranten zoals Mohammed en Ridha is voorstelbaar, gezien zij elke dag te maken hebben met corruptie. Het is de reden dat de gezondheidszorg tekortschiet.
Het is de reden dat de elektriciteit om de zoveel uur uitvalt. Het is de reden dat het Iraakse leger in 2014 massaal op de vlucht sloeg toen Islamitische Staat aanviel. Het leger beschikte, althans op papier, over een veelvoud van het aantal strijders van IS, maar het stortte als een kaartenhuis in elkaar en bijna een derde van het land werd veroverd door terroristen. Later bleken hele Iraakse eenheden alleen maar op papier te bestaan: hun salarissen werden geïnd door malafide officieren.
Te midden van alles wat er mis gaat in Irak gaat er één ding goed: de verkiezingen zijn regelmatig en relatief betrouwbaar
Betrouwbare verkiezingen
Volgend jaar gaat Irak naar de stembus. Op zichzelf is dat weinig hoopgevend: in de ogen van veel kiezers zijn alle partijen even corrupt en zijn de verkiezingen slechts een overbodige bevestiging voor de elite. Niet voor niets was de opkomst de laatste keer lager dan ooit.
Ook Ridha ziet weinig in de verkiezingen: “Ik voel me niet verbonden met het Iraakse volk.” Volgens hem zullen de gevestigde partijen met behulp van hun milities de boel naar zich toe trekken, ongeacht de verkiezingsuitslag.
Maar toch gloort er een klein beetje hoop. Te midden van alles wat er mis gaat in Irak gaat er één ding goed: de verkiezingen zijn regelmatig en relatief betrouwbaar. Sommige leiders achter de protestbeweging van het afgelopen jaar hebben hun zinnen nu op de verkiezingen gezet. Ze hebben gezegd met één of meerdere partijen mee te willen doen en hebben hun achterban opgeroepen om wél te gaan stemmen.
Er is een lange weg te gaan en ze zullen zeker worden tegengewerkt door de politieke elite, maar deze deelnemers hebben het momentum van de protesten achter zich. En na decennia van wanbeleid, verwaarlozing en verschrikkelijk geweld is dat momentum heel sterk. Maar of het genoeg zal zijn, dat moet nog blijken.
De volledige namen van Mohammed en Ridha zijn bekend bij de https://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png.
Jan Tourkov (1994) is historicus en beginnend journalist. Hij is geïnteresseerd in politiek en maatschappij in het Midden-Oosten en schrijft graag over gewone mensen, alledaagse problemen en bijzondere oplossingen die hoop geven voor de toekomst.