Redacteur Juliët Boogaard bezocht de presentatie van het boek Fantoomgroei in de coronaproof gemaakte Balie. De optimistische schrijvers willen economische veranderingen, maar concrete ideeën komen niet naar voren.
Economische groei is vaak een streven, vooral voor politici. Dat moet anders, betogen Sander Heijne en Hendrik Noten in hun boek Fantoomgroei. De aanstaande verkiezingen zijn volgens hen hét moment voor verandering, zeggen ze bij hun boekpresentatie in De Balie. Wat er concreet moet veranderen, blijft in het midden.
Het debat veranderen
Met het boek hopen de auteurs het debat over de economie te veranderen, en het liefst zelfs ‘concrete impact’ te hebben op de aanstaande verkiezingen. In Fantoomgroei bespreken ze het gelijknamige probleem: de economie groeit, maar huishoudens groeien niet mee.
Hoewel het boek al een tijdje in de schappen ligt, werd Fantoomgroei vanwege het coronavirus vorige week pas gepresenteerd in De Balie. In de onderbezette Grote Zaal – vanwege de coronamaatregelen maar dertig gevulde stoelen, in plaats van 142 – gaan Heijne en Noten in gesprek met door henzelf uitgenodigde gasten, onder begeleiding van moderator Absaline Hehakaya.
“Een te groot deel van de samenleving kan niet meekomen in de huidige economie”
“Een te groot deel van de samenleving kan niet meekomen in de huidige economie”, zegt Heijne over zijn motivatie om Fantoomgroei te schrijven. “Als je de helft van de Nederlandse bevolking niet meeneemt in de welvaart, ga je als land niet vooruit.” De eerste stap is volgens hem als volgt: anders denken over de economie. “Er wordt vaak gedacht: als het goed gaat met de economie, gaat het goed met Nederland. Maar dat geldt niet voor alle Nederlanders.”
Tijd voor overeenstemming
Gelukkig zijn economische afspraken minder rigide dan natuurkundige wetten, voegt hij toe. “Als je een glas laat vallen gaat het stuk. Zwaartekracht kun je niet veranderen. Afspraken over welvaartsverdeling wel.” Die afspraken ‘eerlijker’ maken, waar Heijne en Noten voor pleiten, wordt volgens Noten weleens als communistisch opgevat. “Maar het gaat niet om links of rechts. Alle partijen worstelen hiermee.”
De hoop is, volgens Heijne, dat het boek ‘brede consensus over sociale ongelijkheid’ na de verkiezingen bereikt. Vanwege de vele reacties op het boek is er nu een momentum, meent hij, en moet er een brede coalitie gevormd worden. Partijen aan beide kanten moeten durven om elkaar – figuurlijk, uiteraard – de hand te schudden.
“We hebben optimisme en idealisme nodig, anders komen we nergens”
Welke afspraken over de economie er vervolgens herzien moeten worden, is volgens Heijne en Noten minder belangrijk. “Eerst moet er bereidheid voor zijn”, aldus Heijne. Toch een suggestie: “De economie is meer dan het bruto binnenlands product. Dat moeten we anders gaan definiëren.” Geen ‘quick fix’ dus, geeft hij toe. “Maar uiteindelijk moeten werkende mensen het zelf realiseren, door geen genoegen te nemen met veel werken voor weinig.” Voorbij zulke algemeenheden komt hij helaas niet.
Makkelijker gezegd dan gedaan
Een vraag uit het publiek – de microfoon zit keurig aan een stok van anderhalve meter, waardoor de geluidsmedewerker afstand houdt van de vraagsteller, maar wel pal naast diens buurvrouw terechtkomt – dwingt de heren concreter te denken. Wat moet er nou echt gebeuren? Heijne: “We moeten simpelweg stoppen met slecht beloond werken.” Makkelijker gezegd dan gedaan, zegt moderator Hehakaya, terwijl ook tafelgast Hans Stegeman afkeurend kijkt. “Klopt. Maar we hebben optimisme en idealisme nodig, anders komen we nergens.”
Volgens Stegeman, hoofd investeringsstrategie bij Triodos, ligt de bal niet bij het individu maar bij het kabinet. We hebben een nieuwe ‘institutionele inrichting’ nodig, zegt hij. Hij geeft de eerste en enige concrete oplossing van de avond: “Meer belasting heffen op grondstoffen en vervuiling en minder op arbeid.” Dat ontlast werkende burgers, én draagt bij aan een leefbare planeet, zo redeneert hij. Bovendien, zegt Noten: “Rijke mensen blijven rijk, ook als je ze meer belasting laat betalen.”
Met medewerking van Eva Prakken.