Reber Dosky won met zijn nieuwe documentaire Sidik en de Panter voor de tweede keer de IDFA-prijs voor beste Nederlandse documentaire. Hoe begon zijn carrière als filmmaker en wat wil hij overbrengen met zijn films? Redacteur Thijs Broekkamp ontmoette Dosky en stelde hem deze vragen.
Onlangs ben ik bij Red Pers begonnen als redacteur ‘buiten de bubbel’, omdat ik wil leren van verhalen die we misschien niet zo vaak horen. De films van Reber Dosky werpen een nieuwe blik op het verhaal van de Koerden. Een perspectief dat we niet vaak horen, waarover ik hem graag wilde spreken. We spreken af in het café van het Eye filmmuseum.
Hij vertelt me dat hij eind jaren ’90 uit Iraaks Koerdistan naar Nederland vluchtte. Tijdens de eerste jaren hier, voordat hij ooit de camera oppakte, was hij maatschappelijk werker. “Ik had minderjarige asielzoekers onder mijn hoede die het land uit moesten zodra ze 18 waren. Hun verhalen zou ik nooit meer vergeten. Op een gegeven moment moest ik hier voor mijn opleiding een scriptie over schrijven. Maar ik weigerde om iets te schrijven dat alleen door mijn begeleider gelezen zou worden om daarna ergens op een stapel terecht te komen. Ik wilde deze verhalen kenbaar maken bij een breed publiek met een documentaire.”
“Mijn camera is veel sterker dan de Kalasjnikov van mijn opa.”
Zijn docenten maakten bezwaar omdat hij nog geen ervaring had. “Ik zei tegen ze dat ik iedere dag naar alle documentaireprogramma’s keek, die goed bestudeerd had en wist hoe het moest,” vertelt hij met een ondeugende lach. “Je moet soms ook brutaal zijn hè.” Samen met medestudenten maakte hij uiteindelijk zijn eerste documentaire. Vanaf dat moment wist hij het zeker: “Ik wil regisseur worden.”
Sidik en de panter
Reber leerde zelf filmplannen schrijven en benaderde verschillende producten, maar niemand reageerde. Uiteindelijk besloot hij om zich aan te melden voor de filmacademie. “Ik ben aangenomen op mijn drieëndertigste, het is dus nooit te laat. Als je creatief bent en een drive hebt, dan moet je het gewoon doen. Leeftijd is bullshit, net als al je andere bezwaren. De kosten bijvoorbeeld. Ik heb tijdens mijn studie altijd vijf of zes dagen gewerkt. Daar word je alleen maar sterker van. Laat je nergens door tegenhouden.” Reber zijn vastberadenheid heeft zijn vruchten afgeworpen: “Nu werk ik met de mensen die destijds nooit gereageerd hebben op mijn brieven,” zegt hij met een grijns.
Omdat zijn volk vandaag de dag nog altijd onderdrukt wordt, maakte Reber verschillende films die hun situatie in beeld brengen. Zijn nieuwe film Sidik en de Panter speelt zich af in de bergen van Noord-Irak. Sidik, een Koerdische natuurliefhebber, zoekt hier al 25 jaar naar een zeldzame panter. Bij bewijs dat de panter daar leeft, wordt het gebied namelijk tot beschermd natuurgebied verklaard. Dit kan vrede terugbrengen naar de regio, omdat een nationaal park niet gebombardeerd mag worden.
Een andere strijd
Volgens Reber wordt de situatie van de Koerden altijd in beeld gebracht door middel van een oorlogsverhaal. Maar juist na zo veel jaren van gewapende strijd is het tijd om dit verhaal op een andere manier te vertellen. “Het verhaal dat ik met Sidik wil vertellen is dat je andere middelen moet bedenken om te strijden. Strijden betekent niet alleen maar wapens oppakken en tegen een vijand vechten. Het kan ook betekenen dat je de nieuwe generatie leert dat we in vrede met verschillende bevolkingsgroepen moeten samenleven.”
“We moeten ons verhaal op een andere manier brengen,” zegt Reber, “mijn camera is veel sterker dan de kalasjnikov van mijn opa. Ik heb mijn camera, Sidik heeft zijn verhaal, iemand anders heeft een pen. Dit zijn belangrijkere wapens dan geweren.” Reber en Sidik verloren allebei op gruwelijke wijze familieleden die voor vrijheid vochten. “Maar wij willen haat niet met haat beantwoorden. Dat is essentieel voor een meer vreedzame samenleving in de regio.”
“Onze vervreemding van de natuur is universeel.”
Contact met de natuur
Onze connectie met de natuur speelt een belangrijke rol in Sidik en de Panter. “We zijn vergeten waar we vandaan komen: de natuur. Daarom zijn we extreem hard tegen elkaar en slachten elkaar af als kippen.” Volgens Reber zouden we van jongs af aan moeten leren om de natuur met respect te behandelen. “Als je weet wat de waarde is van een blad, een boompje, een klein insect, dan denk ik dat we ook met meer respect voor elkaar om zouden gaan.” Onze vervreemding van de natuur is universeel. “Ik denk daarom dat iedereen iets van Sidik kan leren als hij zegt dat je juist terug naar de natuur moet.”
Behoud een open blik
Aan het eind van ons gesprek vraag ik Reber of hij de jonge generatie nog iets mee wil geven. “Tegen Nederlandse jongeren zou ik willen zeggen: wees je bewust van het bijzondere leven dat je hier in Nederland hebt. Maar blijf openstaan voor anderen, ga de wereld ontdekken. Nederland is niet de wereld. Er bestaan ook andere werelden waar je nieuwe ervaringen op kunt doen. Die kun je dan weer terugbrengen naar je leven hier. Dat kan enorm verrijkend zijn. Wees open en niet bevooroordeeld.” Als redacteur buiten de bubbel kan ik niet anders dan mij daar volledig bij aansluiten.
Sidik en de Panter is nu te zien in de bioscoop en on demand via Picl.
Met medewerking van Sezen Moeliker.