Het Ierse vijftal van Fontaines D.C. heeft met zijn nieuwste album A Hero’s Death bewezen de hype na hun debuutalbum Dogrel waard te zijn, schrijft muziekrecensent Bram Emmer. Eén van de beste gitaarbands van het moment, vindt hij.
Toen in 2019 Dogrel uitkwam werd Fontaines D.C. plotseling gelanceerd naar de top van de (post)punk scene. Ze maakten naam met hun confronterende directheid en de tomeloze energie van hun liveoptredens – om dan nog niet te spreken over de intelligentie en poëtische gevoeligheid die schuilgaat achter hun harde geluid.
Op Dogrel hoorden we een band die evenveel geïnspireerd werd door Joy Division en the Fall, als door Ierse schrijvers als James Joyce en William B. Yeats. Frontman Grian Chatten overdreef niet op het openingnummer ‘Big’, toen ‘ie zong: ‘My childhood was small / But I’m gonna be big.’
‘A Lucid Dream’ heeft iets weg van de Arctic Monkeys ten tijde van My Favourite Worst Nightmare, minus de ‘favourite’, maar plus een complete paniekaanval tijdens de brug
Er volgde een Mercury Prize-nominatie (album van het jaar in Ierland en Groot Britannië), een turbulente periode met een te druk tourschema, en een door oververmoeidheid geprikkelde sfeer binnen de band. En dit allemaal onder de constante druk om de hype van hun tweede album waar.
Afhakende fans
Op zulke momenten staan de opkomende bandleden voor een keuze die hun carrière kan maken of breken: een Dogrel 2.0 te produceren en weten dat je in elk geval mensen blij maakt, of jezelf pushen om te groeien, risico’s te nemen, en je sound te verbreden. Fontaines D.C. koos voor het tweede. A Hero’s Death is donkerder, complexer en ontoegankelijker. De band liet zelf al weten dat het album misschien hier en daar een fan zou doen afhaken.
Het album opent met het onderkoelde I Don’t Belong, een antwoord op de hoge verwachtingen die Chatten op zijn beurt afdankt met de zin ‘I don’t want to belong to anyone’. Dit sentiment vormt het startpunt van het album, en dit sentiment hoor je later terug op het rechttoe rechtaan beuknummer I Was Not Born.
Het duistere Love Is The Main Thin’ volgt, waarop de herhaling van de titel onder de aanzwellende intensiteit van ritmes die tegen elkaar op boksen doet denken aan de trance in de muziek van Joy Division. A Lucid Dream heeft iets weg van de Arctic Monkeys ten tijde van My Favourite Worst Nightmare, minus de ‘favourite’, maar plus een complete paniekaanval tijdens de brug.
Inhoudelijk kan het er ook hard aan toe gaan. Living in America is een sneer naar de American Dream. ‘You need not be / born wealthy / if you care / you’re the heir’, klinkt het sarcastisch tegen de achtergrond van een ononderbroken muur van geluid. De single Televised Mind biedt een scherpe kritiek op moderne digitale cultuur. Met het Whatcha callit?-outro, een soort ‘waar was ik ook alweer?’ in de Ierse taal, bezingt Chatten een cultuur die gevormd wordt door mediaconsumptie en constante afleiding.
Mantra’s
De meeste refreinen op A Hero’s Death bestaan, net als op Dogrel, uit een zin of een paar woorden die enkele keren herhaald worden. “Door middel van herhaling ontstaan er verschillende betekenissen; dat is wat er met mantra’s gebeurt als je ze keer op keer uittest. Er is een balans tussen oprechtheid en onoprechtheid,” vertelde Chatten aan muziekblad NME.
Je komt er nooit precies achter wat hij met zijn mantra’s bedoelt, en met elke herhaling raakt de muziek verder verstrikt in een spel van aantrekking en afstoting van oprechtheid tegenover cynische ironie.
‘Door bands als deze, die zichzelf dwingen om te groeien en de grenzen van het genre durven op te zoeken, leeft het genre postpunk voorlopig nog’
Zo komen de momenten op A Hero’s Death waarop Chatten zich wel kwetsbaar opstelt juist goed uit de verf. Wanneer hij schrijft vanuit een vader die er niet voor zijn kind kan zijn op het Beach Boys-esque Sunny, of terugverlangt naar onschuldige tijden in de prachtige akoestische ballad Oh Such A Spring, wordt de ironie voor een moment losgelaten.
Tijdens deze stillere momenten komen Fontaines D.C. bijna in de buurt van pop, ware het niet dat de duistere, sentimentele ondertoon zelfs in de meest popachtige melodieën blijft overheersen. Chatten zingt vaak niet helemaal zuiver: hij zweeft vaak net onder de noot. Maar daardoor zijn de meer kale nummers waarin zijn stem de voorgrond pakt juist vol van kwetsbaarheid.
Geluk aan een zijden draadje
De melancholische terugblik op een simpeler leven van Oh Such A Spring wordt vervolgens meteen doorbroken door de titeltrack, waarop Chatten via het mantra ‘Life ain’t always empty’ zijn vluchtneigingen naar de lente van zich af schuift. ‘Sink as far down as you can be pulled up / happiness really ain’t all about luck,’ predikt hij, als onderdeel van een lijst van “principes voor zelf voorgeschreven geluk die vaak aan een zijden draadje hangen”. De band speelt gestaag een repetitief akkoordenschema, begeleid door een enkele basnoot en ba-ba-ba-achtergrondzang, maar met een groeiende intensiteit die het nummer een beklemmend maar heerlijk hypnotisch gevoel geeft.
De jongens van Fontaines D.C. leken dusdanig klaar om een heldendood te sterven en hun halve fanbase te verliezen, dat ze hun album ernaar vernoemden. Fontaines D.C. is dood, lang leve Fontaines D.C.
Door bands als deze, die zichzelf dwingen om te groeien en de grenzen van het genre durven op te zoeken, leeft het genre postpunk voorlopig nog. Als Dogrel bewees dat Fontaines D.C. er mocht zijn, bewijst A Hero’s Death dat de band mag blijven.