Mondkapjes in het openbaar: solidair of vervreemdend?

Beeld: Beeld: Alex Bascuas/Adobe Stock | Beeldredactie: Bibice Piets

6 augustus 2020, 11:00

In het openbaar vervoer waren de maskers al een verplichting, vanaf deze week gaan Rotterdam en Amsterdam experimenteren met een mondkapjesplicht op drukke plekken. Redacteur Rotterdam Jonasz Dekkers vraagt zich af wat er gebeurt als het gezicht van de ander verloren gaat in de openbare ruimte.

Het RIVM weet niet zeker of mondkapjes werken, want de wetenschappelijke literatuur is “niet eenduidig”. Maar ondertussen hebben veel landen om ons heen de mondmaskers verplicht gesteld in de openbare ruimte. Als reactie op de oplopende coronabesmettingen experimenteren burgemeesters Aboutaleb van Rotterdam en Halsema van Amsterdam sinds gisteren met een mondkapjesplicht op drukke plekken in de twee grootste steden van het land. Noord-Brabant zou binnenkort aan het experiment kunnen worden toegevoegd.

Kortom, in afzienbare tijd moeten veel Nederlanders in de openbare ruimte een mondkapje dragen. Maar wat doet zo’n mondkapje met ons, als we elkaars gezicht niet meer kunnen zien?

Oogcontact in de metro

Volgens filosoof Emmanuel Lévinas (1906-1995) is de face-to-facerelatie met de ander fundamenteel: in een interview uit 1993 zegt hij dat deze zelfs de mens definieert. In de ontmoeting met de ander vindt de ethiek haar oorsprong en worden morele waarden geboren.

Met andere woorden: niet instituten, religies of onze genen bepalen wat goed is en wat slecht is, maar de geleefde realiteit in de vorm van de dagelijkse ontmoeting tussen mij en jou. In de context van deze morele face-to-facerelatie gebruikt Lévinas zijn idee van ‘het gezicht van de ander’: jouw gezicht roept mij op om te handelen, sterker nog, het verplicht mij om iets te doen. Het doet een moreel appèl op mijn verantwoordelijkheid.

Wanneer jij bijvoorbeeld de metro instapt waar ik ook in zit, als jij een vraag aan mij stelt, of als we slechts kort oogcontact maken, is het onvermijdelijk dat ik iets moet doen. En zelfs wanneer ik niets doe, zorgt jouw aanwezigheid ervoor dat ik iets doe: ik maak daarmee de keuze om niets doen.

Kortom, volgens Lévinas dwingt het gezicht van de ander en het feit we de ander dagelijks tegenkomen ons tot het nemen van verantwoordelijkheid. Maar wat gebeurt er als die gezichten gemaskeerd zijn?

Verantwoordelijkheid

Het wordt in ieder geval lastiger om in te schatten wat die verantwoordelijkheid concreet inhoudt. Bedenk je bijvoorbeeld dat een oude man jouw overvolle metro instapt: normaal gesproken zou je opstaan en hem jouw plek aanbieden. Maar wat nou als die man hip gekleed is, een zonnebril, een pet én een mondkapje op heeft?

Dan wordt het moeilijk(er) inschatten hoe oud hij is en hoeveel behoefte hij heeft aan een zitplek. Zijn moeizame tred kun je bijvoorbeeld verwarren met nonchalance: pas wanneer hij puffend en steunend om zich heen kijkt zie je in dat hij toch echt tachtig is. Maar, vanwege het morele fundament van de relatie tussen jou en die oude man ben je volgens Lévinas, vanaf het moment dat die man instapt, direct verplicht om iets te doen.

Je bent verplicht om te kiezen: sta je op en bied je hem je plek aan, of kies je ervoor om niks te doen? In ieder geval doet het gezicht van de man een moreel appèl op jou om te kiezen. De relatie tussen jou en hem gaat dus eigenlijk over jezelf en over jouw morele kompas.

Emoties aflezen

De gebrekkige herkenbaarheid van het gezicht van de ander zorgt er ook voor dat emoties minder goed zijn af te lezen onder een mondkapje. Hoogleraar in emotie en affectieve processen Agneta Fischer zegt tegen Psychologie Magazine dat positieve emoties moeilijker te ontwaren zijn onder een mondkapje dan negatieve emoties.

Dat komt omdat negatieve emoties zoals boosheid of verdriet meer door de wenkbrauwen en de ogen worden uitgedragen, terwijl de mond en neus de meer positieve emoties zoals blijdschap uitbeelden. We bestempelen gezichten onder het mondkapje dus eerder als negatief geladen – wat van de metro niet per se een gezelligere plek maakt.

Toch kan het mondkapje ook verbindend werken. Zo refereert het RIVM aan een wetenschappelijk onderzoek, dat erop hint dat mondkapjes de focus van zelfbescherming verschuiven naar altruïsme. Bovendien zouden mondkapjes een symbool zijn van sociale solidariteit en de burger actief betrekken bij de bestrijding van de pandemie.

Allen in hetzelfde schuitje

Met de Nederlandse wil om solidair te zijn zit het wel goed: 73 procent van de bevolking begrijpt de overheid als deze een landelijke mondkapjesplicht zou invoeren. Of dat gaat gebeuren, is nog maar de vraag. Maar het mondkapje kan gelden als een teken dat iedereen hetzelfde lot ondergaat, in hetzelfde schuitje zit en samen hetzelfde doel voor ogen heeft: het virus tegengaan.

Bovendien was het niet eerder zo makkelijk om in levenden lijve te zien dat men zich collectief aan een door de overheid opgelegde regel houdt, die in de kern solidair is.

Volgens het officiële technisch verslag over mondkapjes van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) moeten overheden wel duidelijk aan hun burgers communiceren dat mondkapjes dienen als “daad van solidariteit” en niet als zelfbescherming. “Het dragen van een masker mag niet verkeerd worden uitgelegd als poging om zichzelf tegen anderen te beschermen,” schrijven de auteurs. “Het dragen van een masker mag niet gelijk worden gesteld met zelfzuchtig gedrag, maar moet worden aangemoedigd als een daad van solidariteit.”

Het mondkapje kan op deze manier juíst een instrument zijn dat de filosofie van Lévinas propageert: het gemaskerde gezicht laat zien dat verantwoordelijkheid voor anderen belangrijk is en draagt daarmee solidariteit en zorg voor de ander uit. Dat het mondkapje mijn ontmoeting met jou verandert is duidelijk, maar hoe zich dat in de praktijk zal uiten is nog maar de vraag en hebben we zelf in de hand: lijden we gezichtsverlies als solidaire wezens of roepen we elkaar ter verantwoording?



Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Lees ook:

Zoeken

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.