Weet je nog niet wat je wil gaan studeren? Geeft niet, je kan altijd nog Rechten gaan doen, toch? Rechtsgeleerdheid staat bekend als een ‘pretstudie’, maar waarom eigenlijk? Redacteur Tahrim Ramdjan vroeg het studenten en docenten in deel 2 van een tweeluik.
Op zijn universiteit stroomde slechts twee derde van de bijna zevenhonderd eerstejaars door naar jaar twee. Het verbaasde Fabian van Hal (23), derdejaarsstudent rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam, geenszins. “Volgens mij kiezen veel mensen de studie omdat ze niet zo goed weten wat ze willen doen.”
Harriët Schelhaas (48), hoogleraar privaatrecht en vice-decaan bacheloronderwijs op de Erasmus School of Law in Rotterdam, ziet ook dat aankomende bachelorstudenten die niet weten wat ze willen, vaak rechten kiezen: “al komen ze er wel snel genoeg achter dat het geen makkelijke pretstudie is.”
Brede studie
Rechtsgeleerdheid staat nog steeds te boek als pretstudie, die massaal gekozen wordt door zeventien- en achttienjarigen die niet weten wat ze anders moeten. Niet voor niets wordt de studie geassocieerd met meerkeuzetoetsen en enorme collegezalen, om de capaciteit aan te kunnen.
Hoe dat komt? “Ik denk omdat het een vrij algemene studie is,” zegt Schelhaas. “Weet jij veel wat je wil gaan doen als je achttien bent. Dan kies je voor iets breeds, en iets wat aanspreekt. Advocaat is zo’n titel.” Daarnaast denkt ze dat het komt door alle series op televisie: denk bijvoorbeeld aan de spanning, intrige en romance uit de Netflixhitserie Suits, of de laagdrempelige conflicten die meesters in de rechten Frank Visser en John Reid beslechten in De Rijdende Rechter.
Met een betrekkelijk eenvoudige studie kun je relatief goede banen verwerven. Dat is een offer you can’t refuse
Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden, herkent vooral de brede, kansrijke aard van de studie. “De meesten vinden het niet moeilijk. En met een blijkbaar betrekkelijk eenvoudige studie kun je relatief goede banen verwerven, ook als je IQ niet ver boven de honderd ligt. Dat is een offer you can’t refuse.” Volgens student Van Hal kun je er inderdaad veel kanten mee op. “Niet alleen in de advocatuur of de rechterlijke macht, maar ook bij de overheid, journalistiek, noem maar op.”
Landelijke tradities
Maar volgens Kinneging draait het daar niet alleen om. Volgens hem hangt de populariteit van de studie samen met landelijke tradities. “De Amerikanen en Duitsers hebben een traditie van hoge standaarden in het recht. In die landen zijn het moeilijke studies waar echt enkel de intelligentsten naar toe gaan.” In Nederland lijkt het omgekeerde het geval te zijn. Kinneging ziet dat ook terug in de rechtspraktijk. “Die is in ons land sloppy, heel veel wordt over de boeg gegooid van vage normen, zoals de ‘redelijkheid en billijkheid’. We hebben het vaak over de emancipatie van het onderwijs, maar er wordt niet over gesproken dat je studenten daardoor niet meer goed opleidt.”
Maar komt die grote uitstroom dan niet doordat de stoffige werkelijkheid van het studeren haaks staat op het spannende beeld in series en op tv? “Ja, het kan wel dat het heel erg gepopulariseerd is,” stelt student Van Hal. “Mensen die rechten studeren denken wellicht dat ze een nieuwe Harvey Specter worden en elke dag spanning kunnen verwachten, maar dan kom je van een koude kermis thuis. Dat beeld moeten we wellicht aanpassen.”
Mensen die rechten studeren denken wellicht dat ze een nieuwe Harvey Specter worden
Niet alleen goud dat blinkt
Volgens Schelhaas hoort het bij de rechtspraktijk. “Je moet je nu eenmaal soms door theorie worstelen in je studie, net zoals je als advocaat ook weleens zaken doet waarvan je niet zo goed weet wat je ermee moet.” Hoewel Schelhaas Suits en De Rijdende Rechter ‘geweldig’ vindt om naar te kijken, is het niet alleen maar goud dat blinkt in de rechtenwereld. “Wellicht moeten we dat ook aan studenten en de gewone burger laten zien.”
Kinneging ziet de rol van onder meer Mr. Frank Visser als zeer waardevol. “Het is een vorm van volksverheffing. Daarmee ga je niet op je knietjes in jip-en-janneketaal alles uitleggen, maar zorg je ervoor dat mensen beter begrijpen hoe het systeem in elkaar zit.” Maar ook volgens hem ligt de sleutel in het omgooien van het beeld van rechten als pretstudie. Hij ziet in selectie de oplossing. “Moeten al die mensen rechten studeren? Ik denk van niet. Van alle studenten die ik heb, zijn er twintig procent echt geschikt voor de studie.”
Volgens Kinneging gaat het niveau van de opleiding en de rechtspraktijk na een strengere selectie van studenten, vanzelf omhoog. Daarmee zal ook het imago veranderen. “En bovendien heeft Nederland zoveel juristen als wij opleiden, helemaal niet nodig. Veel mensen die nu worden opgeleid zouden beter loodgieter kunnen worden. Daar worden niet alleen zij gelukkiger van, maar heel Nederland: aan loodgieters is er immers een tekort, aan juristen niet.”