Voor ouderen in verpleeghuizen betekenen de coronamaatregelen al anderhalve maand een eenzaam bestaan. Bij mensen met dementie kan zwaaien bij het raam of beeldbellen voor verwarring zorgen. Redacteur Juliët Boogaard vraagt zich af: hoe kun je hier als familie het best mee omgaan?
Iemand met dementie kan er paniekerig van worden als een naaste opeens voor het raam staat te zwaaien. Waarom kom je niet gewoon even binnen? Uitleggen heeft vaak geen zin; de uitleg is snel weer vergeten. “Beeldbellen is voor sommigen een oplossing, maar inderdaad lang niet voor iedereen. Toch kan het voor de familie fijn zijn om op die manier zelf even te kijken hoe het met een ouder, grootouder of echtgenoot gaat,” zegt Julie Meerveld van Alzheimer Nederland.
Dat laatste is namelijk ook van belang. “De situatie is niet alleen verdrietig voor mensen in een verpleeghuis, maar ook voor de familie. Die is nu letterlijk buitengesloten. Veel familieleden hebben geen idee meer hoe het met een naaste gaat.” Beeldbellen kan daarom in ieder geval voor de naasten uitkomst bieden. “Degene in het verpleeghuis heeft dan zelf misschien niet zo goed door dat jij op het scherm bent, maar voor jezelf kan het wel geruststellend werken.”
Cadeautje
Daarnaast kan men altijd nog ouderwets bellen. “Je kunt bijvoorbeeld een liedje zingen of een muziekje laten horen,” zegt Meerveld. Ook daar verschilt per bewoner hoezeer contact mogelijk is, maar het is wel een manier om even je stem te laten horen. Toch blijft de situatie schrijnend, vindt ook Caroline Perin, gezondheidszorgpsycholoog in dementiezorg bij Amsta. “Mensen met dementie hebben juist fysiek contact nodig, het is een essentiële voorwaarde voor goede kwaliteit van leven.”
Perin’s advies: geef een naaste met dementie in een verpleeghuis af en toe een cadeautje. “We merken dat mensen daar heel blij van worden. Een bos bloemen met een foto erbij van de familie, bijvoorbeeld. Of een kaartje met wat bemoedigende woorden. Daarbij moet je vooral denken aan wat iemand nog blij maakt. Sommige bewoners houden van geurkaarsen, een ander wordt blij van een chocoladepaashaas met Pasen. Met de familie kun je dan een soort persoonlijk plan bedenken.”
Kwaliteit van leven weegt op een gegeven moment zwaarder dan besmettingsrisico
Fysiek contact is voor iemand met dementie vaak de laatst mogelijke vorm van communicatie. Daarom worden er soms uitzonderingen gemaakt. Als iemand terminaal is, of extreem hard achteruitgaat, is bezoek toch toegestaan. Alzheimer Nederland pleit voor het uitbreiden van deze uitzonderingsregeling. Meerveld: “We snappen dat het verpleeghuis niet Jan en alleman binnen kan laten, maar één dierbare per bewoner toelaten kan een oplossing zijn. Daar zouden dan natuurlijk wel strikte veiligheidsafspraken over gemaakt moeten worden.” Uit een peiling onder de achterban van Alzheimer Nederland, die voornamelijk bestaat uit mantelzorgers, bleek dat 84 procent dit een goed idee vindt. “Kwaliteit van leven weegt op een gegeven moment zwaarder dan besmettingsrisico.”
Zonnekamer
Bij Zonnehuisgroep Amstelland, een organisatie voor ouderenzorg in Amsterdam en omstreken, wordt gewerkt aan een oplossing. Ze zijn daar druk bezig met de inrichting van een zogenoemde ‘Zonnekamer’. Dat wordt een gezellig ingerichte kamer met een wandje van plexiglas, zodat familie alsnog op bezoek kan komen. Dat mag dan op afspraak, voor https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimaal een half uur en met https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimaal drie personen tegelijk.
“Er worden continu gesprekken gevoerd over hoe we het de bewoners zo prettig mogelijk kunnen maken,” vertelt een woordvoerder. De mogelijkheden verschillen per locatie: bij sommige instellingen zijn hoogwerkers ingezet, in andere woongroepen wordt een Zonnekamer ingericht. De hoogwerkers waren een succes: “Het deed de bewoners goed om toch even te kunnen zwaaien en praten.”
Onbehaaglijk gevoel
Toch blijf het lastig uitleggen waarom iemand niet gewoon binnenkomt. “Het kan moeilijk zijn om begrijpelijk te maken waarom iemand niet langs kan komen, of waarom daar opeens iemand op een hoogwerker staat.” Ook hier geldt dat de aanpak verschilt per bewoner: de een kun je wat meer feitelijke informatie geven dan de ander. Beperk het dus tot wat je denkt dat iemand zal begrijpen, is het devies.
“Je moet goed kijken naar in hoeverre feitelijke informatie nog verwerkt kan worden,” zegt Perin. “Vaak worden de feiten vergeten, maar blijft een onbehaaglijk gevoel hangen. Iemand heeft dan wel door dat er iets aan de hand is, maar weet niet waarom. Dat kan een gevoel van onveiligheid opwekken.”
Uiteindelijk is de belangrijkste boodschap: wees creatief. Perin: “Overleg met de zorgverleners wat het best aansluit bij de bewoner. Kijk naar manieren om iemand blij te maken. Zo kun je toch blijven bijdragen aan de kwaliteit van leven.”
Daarnaast sluit ze zich bij Alzheimer Nederland aan wat betreft versoepeling van de bezoekersstop. “Ik kan niet genoeg benadrukken hoezeer dit maatwerk is. Bij mensen die hier zwaar onder lijden moet je echt naar de mogelijkheden voor bezoek kijken. De totale bezoekersstop heeft een houdbaarheidsdatum. Het is zoals minister De Jonge [Volksgezondheid, red.] zei: je moet het menselijke aspect combineren met het medisch noodzakelijke. Je kunt je niet alleen op dat laatste blijven richten.”