Sharona Dwarka en Emily Rhodes hebben beiden een immigratieachtergrond. Waar Sharona hier weinig problemen aan ondervindt, zit Emily er nog weleens mee in de knoop. Redacteur Anna Herter legt hun ervaringen bloot en bijt daarmee het spits af van de Red Pers zomerserie: Dilemma op Donderdag.
Inmiddels heeft 23 procent van de Nederlandse bevolking een migratieachtergrond. Dit doet denken dat iemand met een dubbele nationaliteit zich geen buitenbeentje meer hoeft te voelen. Toch voelt dat soms wel zo. Deze week rapporteerde Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) dat de identiteitsbeleving van Nederlandse jongeren met buitenlandse ouders ingewikkeld kan zijn. Trouw voegt toe dat deze jongeren continu moeten zien te navigeren tussen verschillende werelden. In hoeverre leidt zo’n dubbele nationaliteit tot een dilemma? Ik vroeg Emily Rhodes (24) en Sharona Dwarka (23) naar hun ervaringen met dubbel burgerschap.
Het is eigenlijk gek dat ik geen stemrecht heb
Als ik van kaas houd…
Sharona voelt de Nederlandse identiteit niet, voornamelijk omdat ze niet zou weten wat zij hieronder zou moeten verstaan. Haar ouders komen beiden uit Suriname en haar grootouders uit India. Zelf is ze opgegroeid in Den Haag, waar ze nu bezig is met de laatste loodjes van haar studie communicatie. “Als ik van kaas houd… is dat dan Nederlands van mij?”
Het lijkt haar een onbegonnen zaak om te bepalen wat van haar aan welke nationaliteit is op te hangen. “Bij volgende generaties is dat al helemaal geen doen. Zo ben ik Hindoestaans en mijn vriend Indonesisch en Marokkaans. Moet je nagaan wat onze kinderen allemaal wel niet zouden zijn.” Bovendien, vindt Sharona, zijn er stereotypes nodig om te bepalen waar eigenschappen vandaan komen. “Het hangt er maar net van af wat je associeert met een bepaalde cultuur. Ik hou niet van stereotypering. Kijk liever naar wie ik ben als mens.”
Er is in Nederland toch relatief weinig ruimte om in het openbaar boos of verdrietig te zijn
Ondanks haar terughoudendheid om over hele bevolkingsgroepen te spreken, ziet Sharona toch wel een aantal Surinaamse invloeden in haar leven. “In de Surinaamse cultuur is respect een belangrijke waarde, met name naar ouderen toe. Ik spreek mijn ouders bijvoorbeeld aan met ‘u’. Ook wordt er in de Surinaamse cultuur veel waarde aan gastvrijheid gehecht. Dit uit zich in veel aandacht voor muziek, eten en gezelligheid.”
Emily’s wortels liggen dichterbij huis. Met een Duitse moeder en een Engelse vader is zij geboren en getogen in Amsterdam. Ze doet een onderzoeksmaster media studies en werkt bij debatcentrum De Balie. Ook zij zou niet kunnen zeggen met welke nationaliteit ze zich het meest identificeert. “Behalve als ‘Amsterdams’ een nationaliteit zou zijn. Dan zou ik dat kiezen.”
Niet zeuren maar doorpakken
Hoewel Emily net als Sharona stelt dat een cultuur lastig is om te vatten in stereotypen, weet zij goed te verwoorden wat aan de Nederlandse cultuur maakt dat ze zich vaak een buitenbeentje voelt. “De Nederlandse cultuur is erg nuchter. Niet zeuren maar doorpakken. Doe maar normaal, dan ben je al gek genoeg.” Emily heeft zich nooit kunnen identificeren met die levenshouding. “Ik heb wel eens van Nederlandse vrienden gehoord dat ik te emotioneel zou zijn. Nu is dat misschien niet met zekerheid terug te voeren naar mijn buitenlandse roots, maar er is in Nederland toch relatief weinig ruimte om in het openbaar boos of verdrietig te zijn.”
In Nederlandse kringen schiet Emily’s kaaskopgehalte dus dikwijls te kort. Rond haar buitenlandse familie voelt zij zich daarentegen juist te Nederlands. “Ik was een tijdje bij Engelse familie in Australië. Aanvankelijk dacht ik hier een plek te hebben gevonden waar ik mij volledig thuis kon voelen. Maar ook daar paste ik niet helemaal. Ik was bijvoorbeeld heel direct en open, stelde makkelijk persoonlijke vragen. Dat is typisch Nederlands en kan bot overkomen. Daar werd mijn familie dan ongemakkelijk van.” Ook Sharona voelt zich niet helemaal hetzelfde als de rest in Suriname. “Als ik daar op vakantie ben, kunnen zij bijna ruiken dat ik uit Nederland kom.”
“Ja,” beaamt Emily, “het is niet zo dat ik mij gewoon Duits kan voelen in Duitsland, Engels in Engeland en Nederlands in Nederland. Zo werkt het helaas niet. Ik zou graag een plek hebben waar ik helemaal hoor en het hele culturele discours begrijp.” Sharona heeft eigenlijk nooit zo het gevoel dat ze ergens niet hoort omdat ze zich overal geaccepteerd voelt zoals ze is. Wel beaamt ze dat er niet één plek is waar iedereen precies is zoals zij. “Soms speel ik weleens naar de gedachte om naar India te gaan. Dan ziet iedereen er tenminste hetzelfde uit als ik. Maar ja, dan is het van binnen weer compleet anders.”
Ik onderdruk altijd het stukje dat niet past
Emily ziet er in Nederland juist hetzelfde uit als iedereen. “Ik zou zo door kunnen gaan voor typische Nederlander. Ik heb hierdoor niet te maken met vragen als: ‘waar kom je vandaan?’ Ook word ik hier niet snel gediscrimineerd.” Het niets weggevende uiterlijk van Emily heeft echter ook nadelen. “Het maakt dat de verschillen meer vanbinnen opgesloten zitten.”
Niet alleen fysiek maar ook inhoudelijk liggen de verschillende nationaliteiten van Emily dicht bij elkaar. Het zijn tenslotte allemaal West-Europese culturen. Dit maakt voor de buitenwereld lastig om de worstelingen met haar identiteit te begrijpen. “De verschillen zijn kleiner en liggen genuanceerder, waardoor het lastig te begrijpen is dat ik mij wel degelijk anders kan voelen.”
Persoonlijkheid telt
Waar Emily dus dikwijls het gevoel heeft buiten de boot te vallen, heeft Sharona daar nooit last van gehad. “Ik heb nooit het gevoel gehad ergens niet bij te horen. Zowel thuis als op school kon ik altijd mezelf zijn en heb ik mij nooit aan hoeven te passen. Omdat mijn vriendengroep altijd multicultureel is geweest, was het doodnormaal dat iedereen net anders was samengesteld.”
Bovendien stelt Sharona dat dit het soort problemen zijn waar iedereen mee te maken kan hebben. “Het kan altijd zo zijn dat je sommige dingen interessant vindt die haaks staan op je ‘eigen’ cultuur. Of dat je bepaalde persoonlijkheidstrekjes hebt die afwijken. Daar kampt iedereen mee, of je nu autochtoon of allochtoon bent. Het verschil is dat het bij een allochtoon snel wordt opgehangen aan diens nationaliteit. Mij lijkt het passender om te kijken naar iemands persoonlijkheid.”
Ik geloof dat identiteit ontstaat in wisselwerking met anderen
Toch vindt Emily het belangrijk dat je niet over het hoofd ziet dat die persoonlijkheid wel degelijk beïnvloed wordt door waar je vandaan komt. “Natuurlijk is het relevant om te kijken naar iemands normen en waarden, naar wie iemand is en wat diegene belangrijk vindt in het leven. Maar zulke dingen worden deels wel gevormd door iets groters – zoals de nationale context, of de sociaal-economische achtergrond. Ik denk dat mensen vaak overschatten hoeveel agency zij hebben in hun normen en waarden.”
Geen stemrecht
Dat Emily zich wel degelijk anders voelt vanwege haar afkomst komt ook doordat zij op papier niet de Nederlandse identiteit heeft. Om die te verkrijgen zou ze een andere nationaliteit moeten opgeven. “Die keuze wil ik helemaal niet moeten maken.” Het gevolg is dat Emily niet mag stemmen bij Nederlandse verkiezingen. “Ik woon hier al mijn hele leven en kan goed meepraten met de politiek. Het is eigenlijk gek dat ik geen stemrecht heb.”
Emily heeft het gevoel altijd een stukje van haarzelf te moeten onderdrukken. “Ik ben erg goed geworden in mij aanpassen aan de nationale context. Ik onderdruk altijd het stukje dat niet past. Dit is omdat ik erg conflict vermijdend ben, en bang ben voor botsingen. Ik heb altijd de behoefte gevoeld om erbij te horen, en pas mijn identiteit hier telkens op aan. Ik geloof ook dat een identiteit ontstaat in wisselwerking met anderen.”
Mensen voelen zich snel persoonlijk aangevallen als hun cultuur aan de kaak wordt gesteld
Hulp
Aan jongeren die in een zelfde situatie zitten en moeite hebben met hun identiteit, adviseert Sharona om jezelf te zijn en erachter te komen wat voor jou belangrijk is. “Je bent gewoon wie je bent.” Emily sluit zich hierbij aan, en stelt dit advies vooral ook aan haarzelf te moeten geven. “Misschien is het beter om mij wat minder aan te passen, niet bang te zijn voor botsingen en conflict.”
Ook meent Emily dat het goed zou zijn om haar situatie vaker aan mensen uit te leggen. “Ik zou graag in gesprek gaan met Nederlanders om op een genuanceerde manier te praten over de verschillende culturen. Ik merk dat dit best lastig is: mensen voelen zich snel persoonlijk aangevallen als hun cultuur aan de kaak wordt gesteld.”
Naast in gesprek gaan, denkt Emily dat het zou helpen als haar Nederlandse vrienden haar minder een nationaliteit op zouden leggen. “Je bent toch gewoon Nederlands?” Dat hoort ze vaak, maar zo ervaart ze het niet. Ook Sharona zou willen dat mensen wat minder in hokjes zouden denken. “Mijn persoon is niet op te delen in verschillende nationaliteiten. Wie ik ben en hoe ik mij voel, hoeft niet in verband gebracht te worden met waar ik vandaan kom.”
Meer Dilemma’s op Donderdag lezen? Hier vind je alle verhalen uit onze zomerserie.