Europese bestemmingen lijken vertrouwd dichtbij: onze achtertuin loopt minstens door tot aan de camping in Zuid-Frankrijk. Hebben we het over de Europese politiek dan lijkt Brussel ineens mijlenver van ons verwijderd. Klopt het beeld van de EU als ver-van-mijn-bed-show wel? Jos Hummelen en Anna Herter geven drie voorbeelden van hoe Brussels beleid jouw dagelijks leven beïnvloedt.
Het is nog maar de vraag in hoeveel agenda’s 23 mei 2019 geblokt staat. Met de opkomst voor de Europese verkiezingen, die op die dag zullen plaatsvinden, is het namelijk niet goed gesteld. In Europa ligt deze gemiddeld rond de 43% en in Nederland zelfs op een schamele 37%. Onder jongeren ligt het percentage nog een heel stuk lager. Een veelgehoord argument om niet te gaan stemmen is dat de Europese Unie een ‘ver-van-mijn-bed-show’ is. Een hoop mensen lijken het idee te hebben dat het Brusselse beleid hen niet raakt. Toch zijn er heel wat voorbeelden waaruit blijkt dat de Europese Unie zich wel degelijk buigt over zaken die ons allen aangaan. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, communicatie en consumptie.
Onderwijs: aan jezelf werken in het buitenland
Voor eerdere generaties zag studeren in Nederland er heel wat anders uit dan nu. Zo was er een tijd waarin men fluitend twaalf jaar over een studie kon doen, op kosten van de overheid. De structuur van de opleidingen zag er ook een anders uit: eerst haalde men een ‘kandidaats-’ en daarna een ‘doctoraal’ diploma. Andere landen deden het weer op een andere manier.
Dit maakte het onderling vergelijken van niveaus knap lastig. Bedrijven konden in die tijd weinig chocola maken van internationale cv’s. Een semester studeren in het buitenland werd al helemáál een ingewikkeld project. Vandaar dat de Europese Unie in 2002 besloot over te gaan op één systeem: alle EU-landen voerden de bachelor-masterstructuur in die we nu kennen. Zo kon er geen misverstand ontstaan over de waarde van een bepaalde academische graad.
Een bijverschijnsel van deze gelijktrekking was dat steeds meer universiteiten besloten onderwijs in het Engels aan te bieden, om verdere internationalisering te bevorderen. Hier is overigens een hoop kritiek op: het zou bepaalde studies ontoegankelijk maken voor Nederlandse jongeren. Ook vrezen critici dat er door de internationalisering minder plekken overblijven op felbegeerde studies voor Nederlanders.
In 2017 konden bijna 800 duizend Europese jongeren studeren in het buitenland dankzij het Erasmus+ programma
De EU draagt op nog een belangrijk punt bij aan de mogelijkheid om te studeren en werken in het buitenland: iedere Europese burger mag zich in elk EU-land vrij vestigen. Deze Brusselse verdiensten maken allerlei initiatieven voor studenten en jonge professionals mogelijk. In 2017 konden bijna 800 duizend Europese jongeren studeren in het buitenland dankzij het Erasmus+ programma. Wie nog te jong is voor de Universiteit kan via de non-profit jongerenorganisatie EEE-YFU op uitwisseling. Om na de studie academisch door te ontwikkelen in het buitenland kan er bij de Europese organisatie EURAXESS worden aangeklopt. Het reizen binnen Europa wordt ook nog eens redelijk betaalbaar gemaakt door reisproducten zoals Interrail.
Dit is slechts een greep uit vele organisaties die ervoor zorgen dat Europese jongeren ver van hun bed kunnen studeren en werken. De Europese Commissie biedt een overzicht via het online portaal Ploteus. Dankzij Europees beleid wordt het diverse Europa een toegankelijke leerschool.
Communicatie: bellen en internetten binnen de EU
Iedereen kent ze wel: de horrorverhalen van mensen die hun data-roaming vergeten zijn uit te zetten op vakantie, om bij thuiskomst verwelkomd te worden met een torenhoge rekening. Ook moet de verwarring rond grensoverschrijdende telefoontjes ons allen bekend zijn: wie draait er voor de internationale kosten op, wie moet wie bellen?
In 2017 ging er een juichkreet door de EU toen er eindelijk een einde aan dit soort zaken kwam. Brussel besloot dat bellen en internet centraal moest worden geregeld. Sindsdien verandert er niets aan jouw belbundel binnen Europese grenzen. Dat betekent zorgeloos het uitzicht van de Eiffeltoren boomerangen, of een jaloersmakende selfie plaatsen vanaf de Spaanse trappen in Rome.
Brussel buigt zich niet alleen over waar we gebruik maken van het internet, maar ook over wat we er precies mee doen. Onlangs introduceerde de EU een uploadfilter, wat op veel kritiek kon rekenen. Dit uploadfilter is een middel om auteursrechten van online content als filmpjes en foto’s te waarborgen.
De uploadfilter kan onze internetvrijheid in grotere mate beperken dan de bedoeling is
Het idee is als volgt: eigenaren kunnen hun content uploaden in een database. Vervolgens wordt al het materiaal dat op online platforms wordt geplaatst hiermee vergeleken. Is er een match, betekent dat dus dat iemand andermans materiaal gebruikt en wordt het uploaden voorkomen. Hoewel dit best eerlijk klinkt, zit er ook een behoorlijk nadeel aan het filter. Het kan onze internetvrijheid in grotere mate beperken dan de bedoeling is.
Want wat als dit invloed heeft op al die lollige memes waarmee je feed vol staat? Of als er niet meer geciteerd kan worden, of geparodieerd? Omdat we met een hoop mensen tegelijkertijd internetten, kan dat checken van die database natuurlijk niet door mensen worden gedaan. Het uploadfilter is een geautomatiseerd programma. Zo’n programma maakt daarom geen onderscheid tussen humor en diefstal. In een Westerse maatschappij waarin we vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel hebben staan, is het niet wenselijk dat we niet meer kunnen citeren of parodiëren. Dat verre Brussel bepaalt hiermee wat er op jouw feed verschijnt, evenals wat jij hier zelf aan mag toevoegen.
Consumeren: de hele wereld op je bord
Er zullen weinig Hollanders zijn die een goede andijviestamppot of een bord hete bliksem niet kunnen waarderen. Toch is het ook fijn als er nog wat meer in de schappen ligt dan rookworst en stroopwafels. Fitgirls gooien het liefst acaï-poeder bij hun boerenkool door de blender en de Bourgondiërs onder ons vinden Goudse kaas vast lekker, maar verrijken hun kaasplankje graag met een stukje Franse Brie.
Al deze buitenlandse delicatessen moeten natuurlijk wel eerst naar Nederland gehaald worden. Daarin speelt Brussel een belangrijke rol. Om wereldwijd handel te kunnen drijven dienen er namelijk duidelijke afspraken gemaakt te worden over de kwaliteit en veiligheid van ons etenswaar. Dat ons brood niet besmeerd is met een laag E-nummers bijvoorbeeld, of dat de gifstoffen van onze appels worden gewassen.
Zulke afspraken worden vastgelegd in internationale handelsverdragen. Verdragen die in de EU niet op nationaal maar op Europees niveau worden geregeld. Een voorbeeld is de CETA die Europa in 2014 sloot met Canada. In dat verdrag staat zwart op wit wat voor eisen we aan ons voedsel stellen – eisen die haalbaar zijn voor zowel Europa als Canada. De Canadezen schijnen bijvoorbeeld verrukkelijke mosterd te maken. Als er in de CETA tot een mosterdstandaard is gekomen, kan Europa niet ineens eisen aan de saus gaan stellen waar Canada niet aan voldoet. Dit voorkomt dat Canada wordt uitgesloten van de internationale mosterdmarkt en verzekert zo dat jij jouw pot mosterd gewoon kunt blijven scoren bij de supermarkt om de hoek.
De EU lijkt ver van je bed, maar ondertussen ligt ze indirect wel op je bord
Omdat handelsverdragen voedselstandaarden gelijktrekken, kan een verdrag tot gevolg hebben dat de Europese standaard naar beneden wordt bijgesteld. Dit dreigde te gebeuren met het meest recentelijke verdrag bij Brussel op tafel: het TTIP-akkoord met Amerika. Menig Europees medium sloeg alarm: het zou de zogeheten ‘chloorkip’ van een visum voorzien. Deze kip is gewassen in een chemisch chloorbad. Het Amerikaanse maaltje voldoet niet aan onze hygiënerichtlijnen maar zou door de TTIP zo toch op ons bord kunnen belanden. Uiteindelijk heeft president Trump het verdrag in de ijskast geschoven, dus gooi vanavond met een gerust hart nog een kippenkluifje op de barbecue.
De EU lijkt ver van je bed, maar ondertussen ligt ze indirect wel op je bord. Handelsverdragen beïnvloeden wat er in de schappen ligt. Bovendien bepalen ze de kwaliteit waaraan geïmporteerde lekkernijen aan moeten voldoen. Zoals ze in Brussel ook wel zeggen: bon appetit.
Europa dichter bij dan je denkt
Of je nu aan het studeren, snapchatten of eten bent, Europa speelt een rol. Ons dagelijks leven is op allerlei manieren doordrenkt met Europees beleid. Hiermee ligt niet alleen Zuid-Frankrijk maar ook ‘Brussel’ om de hoek. Het is daarom wellicht geen slecht idee om dit voorjaar, op weg naar de camping, ook nog even langs de stembus te gaan.
Op 23 mei 2019 zijn de Europese verkiezingen. Maar jongeren stemmen niet.
Lees ook waarom we middels deze Europa-serie meedoen aan de campagne van #ProveThemWrong.