De Hongaarse premier Victor Orbán is regelmatig in opspraak, zo bleek deze week opnieuw uit zijn aanval tegen de Central European University. Redacteur Nikki Verhoeven was in Boedapest en zag hoe het Hongaarse volk tegenwicht biedt aan Orbáns herhaaldelijke pogingen tot geschiedsvervalsing middels een protest tegen de komst van een holocaustmonument.
Al 1544 dagen staat Gábor op het Vrijheidsplein te Budapest. Szabadságszínpad, luidt de rood geschilderde tekst op zijn spandoek, Hongaars voor Vrijheidstheater. Links voor het doek het monument waar het om gaat. Het bronzen beeld van aartsengel Gabriel wordt van achter aangevallen door een adelaar. Daarvoor zijn oude familiefoto’s en koffers rond een hek van prikkeldraad gestald.
Ter nagedachtenis van het zeventigste jaar na de bezetting van Hongarije door Nazi-Duitsland werd 2014 door de Hongaarse overheid uitgeroepen als herdenkingsjaar. Om het herdenkingsjaar in te luiden werd op 31 december 2013 het idee voor een herdenkingsmonument gepresenteerd. Volgens premier Viktor Orbán een monument om de duistere gebeurtenis te herdenken waarbij Hongarije, afgebeeld als de onschuldige aartsengel Gabriel, werd aangevallen door nazi-Duitsland, de adelaar. Slachtoffers van deze tragedie konden worden herdacht. De onthulling werd gepland op 19 maart 2014, precies 70 jaar na de Duitse inval.
Nazi-Duitsland was schuldig, maar zeker niet de enige schuldige
Nabestaanden van diezelfde slachtoffers wilden echter een stokje voor steken voor de bouw van het monument. Twee dagen na de presentatie van het idee begon het protest tegen de komst van het monument. Volgens de protestbeweging, waarvan Gábor medeoprichter is, is het monument een poging van de Hongaarse overheid om de geschiedenis te herschrijven. Hongarije was immers niet zo onschuldig als de aartsengel op het monument doet vermoeden. Het Oost-Europese land collaboreerde met nazi-Duitsland en al voordat Duitsland Hongarije bezette had de Hongaarse overheid al tienduizenden doden op haar naam staan. Nazi-Duitsland was schuldig, maar zeker niet de enige schuldige.
In februari probeert Orbán de woede te sussen door te beloven in gesprek te gaan met de Hongaren over het monument. Die belofte bleek niet al te serieus, want twee dagen nadat Orbán werd herkozen tot premier begon de constructie van het monument. Dat is de dag waarop de protestbeweging begon met het tellen van de dagen, op de dag dat ik Gábor spreek 1543 dagen geleden. In de nacht van 20 op 21 juli werd het monument opgebouwd op het Vrijheidsplein. Een officiële opening kwam nooit.
Een renegaat is nog erger
Miklós Horthy was regent in Hongarije gedurende 1920 tot 1944. Kort daarvoor verloor Hongarije zo’n twee derde van haar oppervlak aan het Verdrag van Versailles. Gábor vertelt: “De Hongaren die in die gebieden woonden, woonden ineens in een ander land. Met grenzen die toen nog niet zo doorzichtig waren als nu (Schengenlanden, red.) werden familiebanden en business verbroken.” Horthy zag het als zijn taak om dit verloren territorium terug te winnen. Collaboreren met nazi-Duitsland was een tactiek om dit doel te behalen. Terwijl Duitsland aan de verliezende hand raakte, startte Horthy heimelijk onderhandelingen met de geallieerden. Hierop viel Duitsland bondgenoot Hongarije binnen. De Hongaren omarmden Nazi-Duitsland en deporteerden zelf Hongaarse joden. Uiteindelijk is de Hongaarse overheid verantwoordelijk geweest voor 99 procent van de vermoorde joden.
Dat is precies het deel van de geschiedenis dat de Hongaarse overheid wil verzwijgen. Het monument op het Vrijheidsplein is hiertoe niet de enige poging. Volgens Gábor had de overheid ook het idee voor intentie een educatiecentrum voor scholen waar leerlingen jaarlijks verplicht heen zouden moeten om over deze ‘nieuwe’ geschiedenis te leren. “En wees kritisch op een museum als House of Terror hier in Budapest,” waarschuwt Gábor, “sinds de oorlog wordt dit deel van de geschiedenis onder het tapijt geveegd. De regering lijkt niet te willen leren van de geschiedenis.” De protesteerders proberen daarom het ware verhaal te vertellen. Tijdens het protest op het Vrijheidsplein hebben ze oude familiefoto’s, documenten en koffers van de omgekomenen voor het monument gezet om de duistere realiteit van de geschiedenis van Hongarije te tonen.
Orbáns Hongarije
Hoewel de protestbeweging protesteert tegen het monument, staat het monument symbool voor de grotere structuur waartegen zij protesteren: het autoritaire regime van Orbán. “De Hongaarse democratie is oppervlakkig, in praktijk is het een autocratie waarin Orbán alle macht heeft. Hij kan er niet tegen als anderen ergens controle over hebben.”
“Daarom wil Orbán bijvoorbeeld de Central European University in Budapest sluiten.” vertelt Gábor, “Dat is een universiteit waar hij weinig controle over heeft. Alle Hongaarse universiteiten staan al onder zijn controle.” De CEU, echter, staat buiten deze controle. “De CEU gaf hoogleraren die ontslagen werden op de Hongaarse universiteit de mogelijkheid les te geven en onderzoek te doen.” Orbán lijkt een censuur te willen, “Hij heeft invloed op het schrijven en onderwijzen van de geschiedenis en 90 tot 95 procent van het nieuws in Hongarije wordt gecontroleerd. Er is zelfs een ministerie van Propaganda.” En Orbán zet zich af tegen de EU, voornamelijk omdat hij in de EU niet de controle en soevereiniteit heeft die hij zou willen. “Zo is er elke dag wel weer een nieuw schandaal dat de democratie schaadt,” verzucht Gábor.
Toen hem gevraagd werd of de adelaar in het monument Duitsland of Nazi-Duitsland symboliseerde, antwoordde hij met ‘Duitsland’
Orbán lijkt altijd op zoek naar conflict, “2014 zou een herdenkingsjaar zijn, maar velen zien het als een manier om geschiedenis te herschrijven. Organisaties die het herdenkingsjaar aanvankelijk financieel steunden, trokken deze steun in na deze provocatie.” Tevens heeft hij zich de woede van Duitse ambassade in Budapest en bondskanselier Merkel op de hals gehaald. “Toen hem gevraagd werd of de adelaar in het monument Duitsland of Nazi-Duitsland symboliseerde, antwoordde hij met ‘Duitsland’.”
“Orbán is een dictator. Mensen zeggen dat het geen dictatuur is, omdat er geen mensen worden vermoord, maar daar ben ik niet zo zeker van. Er zijn zo een aantal mensen, waaronder journalisten, om onduidelijke redenen ineens overleden.” Ondanks zijn actieve deelname aan het protest tegen het monument en daarmee tegen Orbán, is Gábor niet bang voor de dictator. Zijn joodse achtergrond is een te grote motivatie. “Ik denk dat ik ergens wel op een lijst sta, maar bang ben ik niet. Ik heb geen keuze, ik moet de geschiedenis correct laten zien.”
Symboliek van de politiek
De overheid heeft nog niet gereageerd op het protest dat al vier jaar voortduurt. Aanvankelijk was er conflict met veel politie en media-aandacht. Nu al lang niet meer. Het protestmonument van familiefoto’s en koffers staat er ook nog. ‘Politieke berekening,’ noemt Gábor het, “de overheid is zich bewust van alle schandalen en wil niet nog een groot schandaal.” Wel is de protestbeweging erop voorbereid dat het protestmonument weg gehaald zal worden.
Drie keer per week komen de protesteerders bijeen op het plein. Er zijn lezingen en soms is er muziek. Met hun aanwezigheid laten ze zien dat ze niet zomaar over zich heen laten lopen, dat ze niet opgeven vóór het monument weg is. Het doel is een verandering in het politieke klimaat. Het monument zal immers alleen verdwijnen onder een ander regime. Als het nu door demonstranten zou worden verwijderd, wordt het teruggezet door de overheid. Het monument staat voor de demonstranten daarom symbool voor het dictatoriale regime van Orbán.
Uiteindelijk is alles wat de betrokken inwoners van Budapest willen inspraak en dialoog. Inspraak bij het openen van het monument. Inspraak in de politiek en de democratie. Inspraak zonder censuur. Geen censuur voor journalisten en hoogleraren. Geen censuur voor historici. Geen autocratie maar democratie. Geen aartsengelen en adelaren. Maar tot die tijd staat Gábor op het Vrijheidsplein.