Dat de kledingindustrie een enorme impact heeft op het milieu is geen geheim. De interesse vanuit de modewereld voor duurzaamheid en een transparant productieproces is inmiddels — onder druk van de publieke opinie — groot. Ook de Nederlandse modewereld is bewust bezig: zo is deze week de Dutch Sustainable Fashion Week.
De kledingindustrie is na de olie-industrie de meest vervuilende industrie: in Nederland alleen al wordt jaarlijks 235 miljoen kilo textiel weggegooid. De textielindustrie is verantwoordelijk voor een kwart van het pesticidegebruik, tien procent van de CO2-uitstoot en twintig procent van de industriële watervervuiling. We kopen in totaal zo’n 100 miljard kledingstukken per jaar en die kledingstukken gebruiken we steeds minder lang met enorme afvalbergen tot gevolg. Een groot probleem dat mede door de fast fashion-industrie – een term die wordt gebruikt voor bedrijven die in enkele weken kledingstukken ontwerpen, produceren en distribueren om zo trends zo snel mogelijk bij de consument te krijgen – is ontstaan. Gelukkig zijn er steeds meer bedrijven en initiatieven die hier iets aan proberen te doen.
Fashion for Good bijvoorbeeld. Op hun iniatief opende afgelopen week een museum over duurzame mode in Amsterdam. Fashion for Good verbindt merken, retailers, leveranciers en non-profit organisaties met een gezamenlijke ambitie op het gebied van duurzaamheid. Het initiatief, in 2017 opgericht door de C&A Foundation, heeft negen partners; Stella McCartney, PVH, Adidas, C&A, Galeries Lafayette, Kering, Target en Zalando. Ze ondersteunen het opschalen van technologieën, processen en bedrijfsmodellen die de potentie hebben om de industrie te transformeren. Zo ondersteunt het initiatief innovators met speciale programma’s, delen ze gratis toolkits op het gebied van duurzame productieprocessen met merken en lanceren ze nu dus de Fashion for Good experience, een museum in Amsterdam dat focust op innovaties in de circulaire mode.
Modemuseum
“We willen duurzame mode een nieuw imago geven,” aldus Jake Barton, van Local Projects, dat samen met Fashion for Good de experience heeft ontworpen. “Het is tijd dat consumenten gaan eisen van de industrie dat deze duurzamer wordt,” zegt hij in zijn speech ter ere van de opening. Het museum is dan ook zo ingericht dat het vooral behapbaar blijft voor consumenten. “We wilden niet meteen alles laten zien wat mogelijk is op duurzaamheidsgebied.”
Het museum aan het Rokin beslaat drie verdiepingen. In de kelder is te zien hoe en wanneer fast fashion is opgekomen en wanneer de tegenbeweging van good fashion is gestart. Ook wordt de reis van een t-shirt getoond. Op de begane grond is ‘het heden’ vormgegeven met met duurzame producten die nu al te koop zijn. Zo zijn bijvoorbeeld collecties van Kings of Indigo, Adidas x Stella McCartney en Parley en Ecoalf te koop in de shop. Op de eerste verdieping is de toekomst te zien met onder meer een item van paddenstoelenleer. Verder worden op de verschillende banners initiatieven genoemd die de mode industrie duurzamer kunnen maken. Good on You is daar een goed voorbeeld van: een mobiele app die consumenten wereldwijd ethische beoordelingen van 2.000 modemerken biedt, op basis van hun impact op de planeet, mensen en dieren, zodat betere aankoopbeslissingen kunnen worden genomen.
“Kijk naar de mogelijkheden van hergebruik aan het einde van de fast fashion-keten”
Duurzame modeweek
Een ander duurzaam mode-initiatief is de Dutch Sustainable Fashion Week, die dit jaar voor de vijfde keer gehouden wordt. Het thema van de week is, naast duurzaamheid en innovatie, circulaire mode. De DSFW duurt nog tot 14 oktober.
Cécile Scheele, initiatiefneemster van DSFW denkt dat het moderitme in de afgelopen decennia enorm versneld is: “Fast fashion-ketens brengen iedere zes weken een nieuwe collectie uit, dat zorgt voor een flinke druk op de grondstoffen, producenten en het milieu. Omdat deze cyclus niet makkelijk te doorbreken is, is het toe te juichen dat er gekeken wordt naar de mogelijkheden van hergebruik aan het einde van de keten.” Mogelijkheden om dit waar te maken zitten met name in het inzamelen en sorteren van oude kleding en het verwerken tot nieuwe garens.
Volgens Scheele zit circulaire mode nog in een experimentele fase, maar zijn de mogelijkheden enorm. “Dit brengen we onder de aandacht tijdens de DSFW. Tijdens de Sustainable Fashion Week laten ontwerpers hun plannen en ideeën voor een duurzame, circulaire mode-industrie zien.”
De organisatie gelooft dat het veranderen van de mode-industrie alleen mogelijk is als de consumenten veranderen. Naast de shows worden consumenten dan ook tastbare handvatten gepresenteerd om actie te ondernemen.Tijdens de DSFW zijn er bijvoorbeeld twintig winkelroutes in heel Nederland uitgestippeld waarmee inzichtelijk gemaakt wordt waar duurzame mode verkrijgbaar is. Deze kleding wordt specifiek uitgelicht in deze winkels om consumenten inzicht te geven in wat, waarom en hoe dit duurzaam is.Daarnaast zijn er verschillende pop-up repaircafés en de eerste circulaire pop-up store in Tilburg, om kleding een langer leven te geven.
Door duurzame creativiteit, -innovatie en de industrie met elkaar te verbinden stimuleren organisaties zoals Fashion for Good en DSFW duurzame, circulaire ontwikkelingen in deze vervuilende branche. Daarnaast creëren ze bewustwording omtrent de herkomst van kleding en inspireren ze hopelijk consumenten, retailers en de volgende generatie in het maken van duurzame keuzes.