De rooksignalen rondom Facebook worden de laatste tijd steeds groter. Arjen Lubach noemde in de veelbekeken seizoensfinale van zijn programma Zondag met Lubach het platform ‘een schijnheilige, privacyschendende, blauwe teringsite.’ Maar waarom stappen we niet massaal van Facebook af?
Na de Amerikaanse presidentsverkiezingen vorig jaar hing het al een beetje in de lucht: het vermoeden dat nepnieuws via Facebook een groot aandeel had in de winst van Donald Trump. Na het Cambridge Analytica-incident stroomden de nieuwsberichten en oproepen binnen – over hoe je Facebook kon verwijderen en wat het bedrijf precies over jou als Facebookgebruiker weet. CEO Mark Zuckerberg moet zelfs persoonlijk getuigen tegenover het Amerikaanse Congres en Huis van Afgevaardigden vanwege het grote privacyschandaal. Het vertrouwen in Facebook van veel gebruikers is nu aan het wankelen.
Media als verlenging
Het gouden tijdperk lijkt voor Facebook dus voorbij. Toch is het te makkelijk om aan te nemen dat het medium snel zal gaan verdwijnen. Mediawetenschapper Mark Deuze zegt hierover: “Dit soort bedrijven bestaan vaak niet lang, hooguit tien of twaalf jaar. Er komt altijd wel iets nieuws, nu al zijn er talloze dingen, maar Facebook is te groot om zomaar te verdwijnen.” Deuze gaat ook in op de functie die Facebook heeft voor ons als mens, namelijk dat het onderdeel is van ons sociale leven. “Mensen zullen niet zomaar ophouden met het delen van hun hebben en houden met bedrijven zoals Facebook, ook al zijn ze nu meer bewust van het proces. Het levert hen veel te veel op.”
Al in de jaren zestig werd geschreven over de functies van media. De pionier Marshall McLuhan schreef in Understanding Media (1964) over hoe media verlengingen zijn van onszelf. Een medium medieert onze communicatie. Daarmee bedoelt McLuhan dat een platform informatie overbrengt van A naar B. Daarbij bepaalt de vorm van het medium hoe wij de wereld waarnemen en begrijpen. Facebook is bijvoorbeeld een medium dat we gebruiken om te communiceren met mensen wanneer we niet bij elkaar zijn. Het platform is een doorgeefluik van persoonlijke informatie. Dat sociale media uitbreidingen zijn van ons lichaam, is ook figuurlijk te zien aan dat ons sociale leven gekoppeld is aan het medium. Daarnaast zijn we letterlijk constant vastgekleefd aan onze telefoon.
“Mensen zullen niet zomaar ophouden met het delen van hun hebben en houden met bedrijven zoals Facebook, ook al zijn ze nu meer bewust van het proces. Het levert hen veel te veel op.”
Het mediëren van informatie lijkt alleen maar te groeien. Deuze legt uit dat ons gedrag en communicatie op die media veel interessanter is dan het platform zelf. “Een oud platform zoals MySpace bestaat niet meer, maar wat wij deden op dat platform bestaat nog steeds. Dat gedrag is bijvoorbeeld op Facebook vertienvoudigd in de afgelopen jaren. We vinden het hartstikke leuk om met z’n allen allerlei dingen over ons leven online te gooien en te delen met elkaar, dat zit in ons en maakt ons ook mens.”
Natuurlijke behoefte
Sociale media zijn dus onderdeel van ons dagelijkse leven. Ze lijken ook een natuurlijk element te hebben – media zijn constant aan het evolueren. John Durham Peters merkt dit op in zijn boek The Marvelous Clouds (2015). Hierin beargumenteert hij dat media beschouwd kunnen worden als omgevingen. Peters benadrukt dat online infrastructuren ook manieren van leven zijn. Media hebben volgens hem altijd de gaten gevuld waar Moeder Natuur die achterliet. Die gaten zijn inmiddels overvol. Zo vol, dat het makkelijk is om van de gebruikers misbruik te maken. De Correspondent sprak met José van Dijck, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, en zij legt uit hoe ernstig dat misbruik is. Omdat Facebook in een cyberspace werkt, waarin er geen overkoepelende instantie is om regels te hanteren, kunnen sociale mediabedrijven altijd vage beloftes blijven doen. Van Dijck vertelt hoe belangrijk het is om als mediabedrijf, dat op zo’n wereldniveau werkt, ook de verantwoordelijkheid te nemen.
“We vinden het hartstikke leuk om met z’n allen allerlei dingen over ons leven online te gooien en te delen met elkaar, dat zit in ons en maakt ons ook mens.”
Wat we hieruit kunnen opmaken, is dat sociale media-platformen als Facebook gezien kunnen worden als iets natuurlijks. We bouwen er bruggen mee naar een groter sociaal leven en dat is moeilijk om zo maar op te geven. Facebook zal nog wel aangepakt worden, maar het gedrag wat op het medium voorkomt, zal op een manier door blijven gaan. Deuze vertelt dat we ons over dat proces vrij hypocriet gedragen. “We zeggen in allerlei enquêtes wel dat we privacy heel belangrijk vinden, maar we klikken altijd op ‘mee eens’ als we gebruikersovereenkomsten moeten tekenen. Facebook zegt duidelijk dat je data gebruikt zal worden, als je gebruiker bent bij hen. Bij Snapchat of Instagram is het zelfs onduidelijker. We zijn met z’n allen best hypocriet, maar net als ons gedrag op welk platform dan ook, is dat menselijk.”
Dit artikel is onderdeel van onze serie over sociale media. Lees hier de rest van de artikelen.