Via twitter werd ik onlangs gewezen op een interactieve wereldkaart van The Pudding, een website die werkt met visuele essays en datajournalistiek. Op de kaart is te zien welke muziek in welke landen, en zelfs steden, het populairst is. Radiomuziek dus.
De enige radio in mijn huis is een wake-uplight. Een wekker met daglicht, zodat ik nooit in het donker hoef op te staan. Die radio staat nooit aan. Ik houd er niet van, en zeker niet ‘s ochtends. Als luide reclame het eerste is wat je hoort bij het ontwaken, is je hele dag wel zo’n beetje verpest. Vind ik dan.
Maar nu was ik aan het verhuizen. Bij verhuizen hoort radio, dus zette ik bij het inpakken van de dozen in de slaapkamer Q-music op. Wat volgde was weinig verrassend. Luide reclame, gevolgd door zelfingenomen, saaie DJ’s. Gevolgd door sluikreclame, gevolgd door ‘Follow the leader.’ Ik hield het ongeveer een halfuur vol. Het komende jaar komt alleen nog het geluid van fluitende vogels uit mijn wekker.
Ik ben geen muziekfanaat. Vorig jaar kwam ik erachter dat mijn ‘lievelingsband’ – waarvan ik sinds mijn vijftiende de break-up betreur – alweer jaren bij elkaar is en al twee albums heeft uitgebracht. Zonder mijn medeweten. Verder bestaat mijn volledige Spotify-playlist uit foute popmuziek uit de jaren ‘80, dus dan weet je het wel.
Door het essay van the Pudding kwam ik erachter dat in bijna heel Nederland het lied ‘Perfect’, van Ed Sheeran op één staat. Niet alleen in Nederland, zo’n beetje heel West-Europa, Canada en een deel van Australië. De uitzondering in Nederland is Rotterdam, waar ‘Officiëel’ van Broederliefde het het best doet. Mijn complimenten aan Rotterdam.
Vervolgens keek ik (vanwege mijn vakgebied) naar Rusland. Verspreid door het land stonden ‘Roséwijn’ en ‘Troll’ op 1. Nummers die ik niet ken van artiesten die ik niet ken met generieke popmuziek die precies klinkt als alles in Nederland, behalve dan dat het in het Russisch is.
Ik dus verder klikken. Laos: radiomuziek in – verrassend – het Roemeens. Colombia: radiomuziek in het Spaans. Wat begon als een missie mijn ogen te openen voor verschillende wereldculturen eindigde in de sneue conclusie dat wereldwijd bijna alle hitjes uit dezelfde geautotunede semi-hiphop bestaan.
Sneu, tot ik dacht aan de wereldreis die ik vorig jaar maakte. Ik stond op een pont in Havana. Tegenover mij maakte een groep meisjes van een jaar dertien selfies voor het water. Ze leken precies op mijn puberzusje. Die zomer luisterde heel Cuba naar Despacito, net als mijn puberzusje en, volgens de muziekkaart, het grootste deel van Georgië nu. In Georgië maken de pubers vast ook selfies.
En zo hebben pubers in grote delen van de wereld één gezamenlijke cultuur gecreëerd. Dat is eigenlijk vooral heel leuk. Voor mijn zusje dan, want Ed Sheeran komt er bij mij nog steeds niet niet in.