Tussen het grijs van de daken en het halfgesmolten sneeuw die de woonwijk vlakbij mijn kot zijn karakteristieke ongezellige sfeer geeft, ligt Campo. Een theater en productiehuis dat qua voorstellingen nog het meest aan Frascati in de Nes doet denken. Contemporaine performance met een veelal filosofische inslag. Moeilijk Theater, zoals mijn vader het zou noemen.
Daar in de middelgrote zaal stonden vorige week twee mannen, Robbert Goyvaerts en Frank Merkx. De twee zijn van origine beeldend kunstenaars en vormen samen het relatief jonge duo Robbert&Frank Frank&Robbert. Als makers in residentie bij Campo spelen zij aldaar de gelauwerde voorstelling Don’t We Deserve Grand Human Projects That Give Us Meaning?. De een is slungelig, de ander een tikkeltje mollig. Hand in hand en gekleed in respectievelijk een geel en een rood pak zijn de twee bij hun opkomst al een komisch duo. ‘The story of one man,’ spreekt een voice-over, ‘is the story of two men. Is the story of us all.’
Door de knullige ernst van hun spel en de uit karton bestaande attributen wordt dit een hilarisch, absurd schouwspel.
Als kinderen onderzoeken zij het witte vlak waar zij op staan en de wereld die daaruit voortvloeit. Door de knullige ernst van hun spel en de uit karton bestaande attributen wordt dit een hilarisch, absurd schouwspel. En dat in de meest letterlijke zin van het woord. Deze surrealistische schepping is een genot om naar de kijken.
Een voice-over die alles benoemt. Een elektron die hen de weg wijst. Etiquette leren middels kartonnen drankjes. Een tweede Frank van karton. Twintig kleine, zwaaiende Robberts tussen evenveel buffels. Handen groeien uit ruggen en uit het plafond. Elk aspect van het surrealistisch landschap prikkelt de verbeelding en zet je aan het denken over het leven. De twee zoeken als kleine kinderen naar de betekenis van het leven, ze zoeken Grand Human Projects That Give Them Meaning – een existentialistische (of beter gezegd absurdistische) zoektocht door allerlei deurtjes, die hen uiteindelijk op een klein schermpje in een bos doet belanden. Een zinloze zoektocht, zo blijkt wanneer het bos affikt en zij machteloos toekijken.
Elk aspect van het surrealistisch landschap prikkelt de verbeelding en zet je aan het denken over het leven.
Het is een moment van zelfreflectie als toeschouwer. Het is niet moeilijk om de hoop te verliezen dat je gedrag ook maar ene jota uitmaakt in een tijd waar de president van de Verenigde Staten op Twitter ruzie maakt met de dictator van Noord-Korea, waar politieke partijen claimen de Nederlandse cultuur te vertegenwoordigen de felste tegenstanders zijn van het investeren in Nederlandse kunst, waar de opwarming van de aarde erger is dan ooit te voren, en een jarenlang institutioneel informatiemiddel als het nieuws niet langer blindelings te vertrouwen lijkt. Hoe kan je in zo’n tijdperk grip krijgen op de realiteit, laat staan dat begrijpen – om nog maar te zwijgen over verschil maken.
Ze stappen het bos uit, terug de wereld het podium op. Maar niet zonder hoop. De wereld mag dan een onbegrijpelijke toestand zijn waar wij geen grip op hebben of invloed op uit kunnen oefenen, dat wil nog niet zeggen dat wat wij hier op deze aardkloot doen waardeloos is. We mogen genieten van onze creativiteit, onze verbeelding, onze kunst. Kortom: van onze menselijkheid en van elkaar. Het doet denken aan een uitspraak van beeldend kunstenaar en tevens stem van Ernie (ja inderdaad, die van Bert) Wim T. Schippers: “Alles is in principe zinloos en onzinnig, maar nog wel de moeite waard.” Een citaat dat de filosofie van het absurdisme perfect samenvat.
Juist nu hebben we als maatschappij de verbeeldingskracht van surrealistische kunstenaars als Robbert&Frank Frank&Robbert en hun eveneens Vlaamse collega’s Mats Vandroogenbroeck en Timo Sterckx hard nodig. Kunstenaars die onze verbeelding prikkelen. Kunstenaars die door hun creatieve inslag ons de mooie, humoristische en absurde kanten van het leven laten zien. Kunstenaars die een hoognodig tegengewicht vormen voor de alomtegenwoordige deprimerende realiteit.