Voor sommige studenten is een studie aan de Universiteit van Amsterdam dit jaar een stuk duurder geworden. Het collegegeld dat studenten die een tweede studie doen of niet uit de EER* of Suriname komen moeten betalen, is in enkele gevallen met 41 procent gestegen.
Het betreft met name tweejarige masteropleidingen waarvan de instellingstarieven zijn verhoogd. Zo betaalde een Nederlandse student vorig jaar het instellingstarief van 9.500 euro voor een tweejarige masteropleiding aan de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Voor een niet-EER student gold toen een tarief van 10.450 euro. Dit jaar is dat bedrag met ruim 41 procent gestegen. Maar niet alleen de instellingstarieven van die faculteit zijn verhoogd: ook de tweejarige masteropleidingen van de faculteiten Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en Geesteswetenschappen zijn respectievelijk met 11 en 27 procent gestegen.
“De UvA krijgt geen geld van de overheid voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte of Suriname,” legt persvoorlichtster Laura Erdsieck uit. “De universiteit bepaalt daarom zelf het instellingstarief op basis van de gemiste Rijksbijdrage en het wettelijk collegegeld.” De nieuwe tarieven worden elk jaar op de UvA-website gepubliceerd, maar studenten worden daar niet persoonlijk van op de hoogte gesteld.
Verrassing op Studielink
De Servische Nadica Denic is een van de studenten die verrast werd door de stijging. Zij betaalt voor haar master aan de faculteit der Geesteswetenschappen het instellingstarief. “Toen ik mij ging herinschrijven op Studielink zag ik dat het collegegeld opeens 2.775 euro hoger is dan vorig jaar,” vertelt Nadica. “Ik vraag mij af of de UvA zich geen zorgen maakt om het feit dat studenten zich nu moeten uitschrijven omdat zij hun studie misschien niet meer kunnen betalen.”
Buitenlandse studenten die aan de UvA een master willen volgen, kunnen een beroep doen op diverse beurzen. Nadica kon met veel moeite het eerste jaar van haar master Media Studies financieren, dus ook zij probeerde een beurs te krijgen. “Ik had mij ook aangemeld voor het Amsterdam Excellence Scholarship [red.: specifiek voor niet-EER studenten], maar dat is zo competitief dat ik de beurs niet kreeg.” De Servische studente ging daarom naar een student counselor, die haar hielp met haar financiën. Het bedrag dat Nadica nodig had om haar studie te financieren, was te hoog om voor privaat fondsen in aanmerking te komen.
De laatste oplossing voor Nadica bleek een aanbevelingsbrief van haar professor te zijn. Twee privaat onderwijsfondsen besloten uiteindelijk toch een groot deel van Nadica’s eerste studiejaar te financieren. Voor het komende collegejaar heeft de studente echter nog geen oplossing en zal zij opnieuw een beroep moeten doen op een beurs. Het is onbekend hoeveel studenten zoals Nadica worstelen met dit probleem, maar de beurzen zullen wederom hard nodig zijn.
*De EER (de Europese Economische Ruimte) bestaat uit de 28 lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland.