Het hart van menig economie student ging sneller kloppen van de meest recente gast van Room for Discussion, Robert Skidelsky. In een verder technisch gesprek viel nog iets anders op: de studie naar de economie heeft vernieuwing nodig, en daarmee kom je tot de kern van wat economie eigenlijk is.
De Britse econoom is vooral bekend als auteur van de bekroonde, driedelige biografie over John Maynard Keynes. De interesse in het ‘keynesianisme’ is sterk toegenomen tijdens en na de economische crisis van 2008, vanwege de theorie dat overheden moeten investeren in de economie in slechte tijden, en bezuinigen in tijden van groei.
Echter, ten tijde van de economische crisis gebeurde het tegenovergestelde in bijvoorbeeld Griekenland. Dat voor deze aanpak werd gekozen en niet voor het keynesiaanse beleid wijt Skidelsky deels aan de economiestudies.
Een brede blik
De hedendaagse economie vraagt om een interdisciplinaire aanpak volgens Skidelsky. Globalisering heeft gezorgd voor een verstrengeling van allerlei verschillende sectoren, en de wereldeconomie kent gigantische ongelijkheden en complexiteiten. De economische wetenschappen hebben hier vaak een te smalle kijk op, en daar moet iets aan gebeuren. Skidelsky pleit daarom voor hervormingen in het economieonderwijs.
“De manier waarop economie op dit moment gegeven wordt is regressief, niet progressief. Zoals alle regressieve disciplines zal het uitsterven als het zichzelf niet hervormd.” Skidelsky stelt daarom voor de hoeveelheid wiskunde in economiestudies te minderen om ruimte te maken voor geschiedenis, psychologie, politicologie en filosofie.
De interviewers zijn kritisch op Skidelsky’s voorstel en zijn bang dat de studie te oppervlakkig wordt als er andere disciplines worden ingebracht. Uit het publiek komt daarentegen de opmerking dat Skidelsky “te aardig spreekt over neoliberale ideeën die de economiefaculteit beheersen”, en dat behalve verbreding van de studie ook democratisering moet plaatsvinden. Economiestudies moeten niet het belang van de 1% rijkste van de wereld dienen, zoals volgens deze vraagsteller het geval is.
Skidelsky, zelf historicus en politiek econoom, is voorstander van de interdisciplinaire opleidingen die steeds meer worden aangeboden op universiteiten in Nederland. De vraag die dan terecht volgt op zijn voorgestelde veranderingen in het economieonderwijs is “waar is economie dan uiteindelijk goed voor?”
De morele rechtvaardiging
Naast oprechte interesse in economie, “is er maar één morele verantwoording voor economie, en dat is mensen uit armoede helpen, het laten groeien van de welvaart,” aldus Skidelsky. “Elke vorm van wetenschap die iets doet aan de situatie van kansarmen is moreel verantwoord.” Economie biedt mogelijkheden, theorieën, en middelen om groei en daarmee verbetering teweeg te brengen.
Maar wanneer is het genoeg? Wanneer kan een land stoppen met groeien? Het middel (economische groei) verdringt het doel (armoede bestrijding) door altijd te streven naar https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimale winst, en https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimale groei. “Dat kan niet doorgaan tot het einde der tijden. Uiteindelijk moet het ooit ergens stoppen.” Alsmaar meer consumeren moet volgens Skidelsky niet het doel zijn.
Nieuw economisch denken
De interviewers willen van Skidelsky horen wat volgens hem de toekomst is van het ‘nieuw economisch denken’, dat past bij de verbrede blik die de hele discipline als geheel nodig heeft. De discussie omtrent dit ‘nieuwe denken’ is overigens niet helemaal nieuw, en wordt zelfs al decennia lang gevoerd, onder andere door (recentere) initiatieven als Rethinking Economics. Toch blijft nieuw economisch denken en beleid relevant, voornamelijk in het licht van actuele discussies over de toekomst van Europa.
Om daarover te kunnen praten moet volgens Skidelsky eerst het probleem van het huidige systeem blootgelegd worden, namelijk overconsumptie. De econoom vindt de oplossing in herverdelingsmaatregelen, zowel op internationaal als op landelijk niveau. Het zou een manier zijn om welvaartsverhoging van de armen weer het doel te maken van de economie. Maar hier is dus wel interdisciplinaire kennis voor nodig. Skidelsky haalt Europa aan als voorbeeld.
Het systeem in de Eurozone is “compleet disfunctioneel”, volgens Skidelsky, en hij vindt dat rijke landen als Duitsland en Nederland juist wel hadden moeten investeren in landen als Griekenland, bijvoorbeeld via de Europese Investeringsbank. Lees hier wat minister van financiën Jeroen Dijsselbloem hier eerder bij Room for Discussion over zei.
Maar ook in de binnenlandse politiek moet herverdeling een grotere rol krijgen. “De vruchten van productiviteit, voortkomend uit automatisering, moet eerlijker verdeeld worden,” zegt Skidelsky. “Sommige mensen krijgen veel meer betaald dan ze eigenlijk waard zijn, en andere veel minder.” Vraagstukken zoals deze zijn breder dan alleen economisch. Het betrekken van meerdere disciplines in het formuleren van geschikte oplossingen is daarom essentieel.