Je vrouw lijdt aan tbc en is stervende. Wat doe je dan? Als je Nikolai Ivanov heet, begin je een affaire met je jonge buurmeisje en verzwelg je ondertussen voortdurend in zelfmedelijden tegenover je vrienden. Toch ziet Nina Spijkers, de regisseur van Ivanov, de zaak net anders: Ivanov is geen lul, hij is zwaar depressief.
Ivanov is mogelijk een van de grootste, zelfingenomen eikels uit de klassieke theatercanon. Althans, dat heb ik altijd gedacht na het lezen van het gelijknamige toneelstuk uit 1889. Kort samengevat: zijn vrouw Anna ligt op sterven na dood, hij houdt niet langer van haar, hij begint te flikflooien met zijn jonge buurmeisje (tevens de dochter van een van zijn vrienden) en hij is agressief en bot tegen de arts van Anna. Als klap op de vuurpijl klaagt hij ook nog eens voortdurend tegen zijn makkers over hoe zwaar zijn leven wel niet is.
Het is dan ook niet gek dat hij aan het eind van het stuk, na het overlijden van Anna en het aflasten van de bruiloft tussen hem en buurmeisje Sasja, het licht ziet en in een vlaag van totaal uit de hand gelopen theatraliteit besluit zichzelf met een geweer door z’n kop te schieten. Kortom: Ivanov is een belachelijk theatrale klootzak, die vooral zichzelf heel erg zielig vindt.
Stoerdoenerij
Ik vind het stuk te hilarisch voor woorden, juist omdat Ivanov en de rest van zijn rijkeluisvriendjes zulke eikels zijn. Ze zijn dusdanig met zichzelf bezig dat ze totaal niet doorhebben hoe belachelijk ze overkomen: kleedkamerpraat, stoerdoenerij en bravado opgevoerd tot een factor tien en verborgen onder een laag pseudo-intellectualisme. Een soort Thierry Baudet en Theo Hiddema avant la lettre.
In mijn ogen kan geen enkel ander werk tippen aan Ivanov
De schrijver van Ivanov, de Rus Anton Tsjechov (1860-1904), hield sowieso wel van het op de hak nemen van tragische figuren. Zo gaat Een Meeuw (1896) over een kunstenaar die dusdanig verzwolgen raakt in zijn liefdesverdriet en melancholie dat hij uiteindelijk besluit zichzelf door zijn kop te schieten. Zelfmoord komt vaker terug als punchline in het werk van Tsjechov, ongetwijfeld gedreven door zijn morbide, Russische gevoel voor humor. Maar hoe grappig en belachelijk zijn andere stukken ook zijn, in mijn ogen kan geen enkel ander werk tippen aan Ivanov.
De verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen bekend werd dat een van de meest talentvolle jonge regisseurs van het moment deze ultieme klassieker op de planken zou brengen. Nina Spijkers regisseerde al eerder Phaedra’s Love (Sarah Kane) en Don Carlos (Friedrich Schiller) bij Toneelschuur Producties en beide bewerkingen waren om je vingers bij af te likken. Mijn favoriete toneelstuk en een ijzersterke regisseur, wat kon er fout gaan?
Meelijwekkend figuur
Toch was ik meewarig tijdens de eerste paar minuten. Spijkers leek in dezelfde valkuil te zijn getrapt als Konstatin Stanislavski ruim 120 jaar eerder ook al deed: het te serieus en te tragisch ensceneren van Tsjechovs komisch werk. De toneelschrijver waardeerde dat toentertijd ook niet echt en de boze briefwisselingen tussen de beide heren waarin Tsjechov pleit voor meer luchtigheid op de planken zijn inmiddels haast legendarisch. Wanneer Roeland Fernhout als Ivanov helemaal verslagen en murw op de bank zit nadat hij gehoord heeft dat zijn vrouw tbc heeft, lijkt Ivanov door Spijkers in alle serieusheid te zijn neergezet als een oprecht tragisch en meelijwekkend figuur.
Ik verzette me enorm hiertegen. De kracht van Tsjechovs werk zit ‘m wat mij betreft juist in het overdreven tragische. Door dit dusdanig uit te vergroten, schiet de tragiek door naar komedie waarmee Tsjechov aan het licht brengt dat mensen zich veelal aanstellen en in feite vaak egocentrische en zelfingenomen eikels zijn. Maar ik moet mijn complimenten geven aan Nina Spijkers: ondanks mijn aanvankelijke bezwaren, heeft ze mijn ogen geopend. Ivanov is toch wel een tragisch figuur. Sterker nog, Ivanov is een tragisch figuur die perfect binnen onze huidige samenleving past.
In de filmische en soap-achtige regie maakt Spijkers van Ivanov een man met een zware depressie. Hij is zich bewust van zijn depressieve staat, maar weet echter niet wat hij ermee aanmoet, hoe hij ermee om moet gaan en wil niets dan zich ertegen verzetten.
Dit leidt hem op een zelfdestructief pad, waarin hij zich laat verleiden door de jonge Sasja, zich verder afzet tegen Anna en langzaam zijn vrienden verdrijft door zich agressief tegen hen op te stellen. Het is een groot verdienste van zowel Spijkers als Fernhout om Ivanov dusdanig geloofwaardig neer te zetten, om nog maar te zwijgen over de hoge relevantie van Spijkers’ interpretatie in deze tijden van hoge stress, burn-outs en andere mentale klachten. Ik kijk nu al uit naar de volgende repertoirebewerking van Nina Spijkers’ hand.
#JeSuisIvanov