Een Pruisisch paleis midden in Potsdam. Heerst in Duitsland de nostalgie naar 18e-eeuwse glorie? Het paleis in Potsdam is in ieder geval niet het enige gebouw dat na een paar eeuwen zijn plek weer terugvindt: er lijkt sprake te zijn van een ware reconstructie-gekte.
Sinds kort verrijst op het marktplein van de Berlijnse voorstad een Italiaans palazzo. Het spiksplinternieuwe gebouw staat er echter niet voor het eerst: in 1772 liet de Pruisische koning Friedrich II dit paleis al oprichten op dezelfde plek. Friedrich’s eigen optrekje, het bekende paleis Sanssouci, lag slechts op een steenworp afstand van het palazzo. Maar ook dit 18e-eeuwse paleis in Potsdam was geen origineel.
Vergane glorie
Friedrich liet het gebouw namelijk ontwerpen naar het evenbeeld van het palazzo Barberini in Rome, een familiepaleis in de barokke stijl van de zeventiende-eeuwse architect en kunstenaar Bernini. Het Italiaanse palazzo aan de oude markt van Potsdam was het kunstcentrum van de Pruisische koningen: er werden voorstellingen en concerten gegeven.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Potsdam echter, net als grote delen van Berlijn, gebombardeerd. Het Palast Barberini op de oude markt verdween, samen met andere belangrijke gebouwen op het plein zoals de Nikolaikirche en het stadhuis. Na de Tweede Wereldoorlog werd Potsdam deel van de DDR. De vlakte die ooit het statige marktplein was werd een parkeerplaats en daar omheen verrezen grijze flatgebouwen. Niets herinnerde meer aan de Pruisische glorie van de achttiende eeuw.
Filantropie
Wie nu de S-bahn naar Potsdam neemt en de oude markt opwandelt, vindt het Pruisische plein echter in volle glorie terug. De koepel van de Nikolaikirche steekt trots de lucht in, het stadhuis blinkt in de zon en nu is ook het Palast Barberini, na ruim 70 jaar, terug op zijn oude plaats. Enkele honderden meters verder zorgen de vervallen DDR-flats voor een raar contrast met de glanzende nieuwe gebouwen.
De reconstructie van het Palast Barberini is het werk van de software-miljardair en kunstverzamelaar Hasso Plattner. Hij betaalde de gehele reconstructie van het Palast Barberini en maakte er een museum van, waarin zijn eigen kunstcollectie grotendeels te zien is. De tentoonstellingen in het museum tonen naast werk van Franse impressionisten en Duitse expressionisten ook schilderijen van DDR-kunstenaars.
Plattner, geboren in de DDR, stond er op dat zijn museum in de voormalige DDR terechtkwam omdat de Oost-Duitsers na de Wende veel zijn kwijtgeraakt: aanzien, werk en zekerheid. Op deze manier probeert hij de bewoners van de voormalige DDR hun cultuur en aanzien terug te geven.
De reconstructie-gekte in Duitsland lijkt een zoektocht naar een verleden en identiteit die géén nare bijsmaak heeft
Reconstructie-gekte
In de laatste decennia lijkt er in Berlijn en andere grote steden in Duitsland een reconstructie-gekte te zijn uitgebroken. In razend tempo worden de enorme, statige Pruisische paleizen en Schlösser, die zijn vernietigd in de oorlog, weer opgebouwd. Ook in het hart van Berlijn, op het Museumsinsel bouwt men het Berliner Stadtschloss weer op. Vanuit dit slot werd het Pruisische rijk bestuurd. In 2010 is begonnen aan de herbouw van het Stadtschloss, dat Berlijn zijn ‘gezicht’ weer terug zou moeten geven.
Proberen de Berliners een herinnering die niet meer bestaat nieuw leven in te blazen? Deze reconstructie-gekte lijkt een zoektocht naar een verleden en identiteit die géén nare bijsmaak heeft; daarvoor moeten de Duitsers wel verder terug dan de 20e eeuw. Wat echter wringt is dat de bouwstijl vaak decennia lang totaal uit het stadsbeeld verdwenen is. Er zijn weinig mensen die zich de originele gebouwen nog herinneren en de twintigste eeuw blijft overal in de stad zichtbaar. Maar misschien is dat onvervalsbare verleden ook wel de charme van Berlijn.
Laura Lubbers, onze correspondent in Berlijn, schreef in Amsterdam over de historische sensatie. Nu neemt ze de geschiedenis van Berlijn onder de loep door opzoek te gaan naar de historische sensatie van plekken in de Duitse hoofdstad.