‘We believe art is for all, art to disrupt, not bankrupt’. Het is de slogan van The Public House of Art dat sinds 2015 gevestigd is op de Spiegelstraat. De organisatie benadrukt zelf géén galerij te zijn: kunst moet voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn.
Om deze reden verkoopt het bedrijf dan ook haar kunst voor vier vaste prijzen: 100, 500, 1000 en 2000 euro, en waar de toepasselijke namen ‘house’, ‘villa’, ‘mansion’ en ‘castle’ aan zijn verbonden. Student of miljonair, je hebt dus altijd de mogelijkheid om een (kleine) investering te doen in een van de aanwezige werken. Zo kan je het in je ‘huis’ van 8 vierkante meter hangen, of het laten schitteren in je kasteel.
Erkenning van individu
De collectie wordt twee keer per jaar veranderd. Het huidige thema ‘Identity Kit’ streeft naar de erkenning van ieder individu van de 21e eeuw, ongeacht iemands afkomst, geslacht of cultuur. De verzameling bevat onder andere het werk van Jitske Schols en Preta Wolzak. Zo houdt fotografe Schols zich bezig met het vastleggen van personen met voorouders uit verschillende delen van de wereld. Wolzak focust zich daarentegen meer op de vooroordelen over het geslacht met haar serie beschilderde en bewerkte poppen. De kunstenaars zijn afkomstig over de hele wereld, en hebben allen een eigen stijl en werkwijze. Het werk dat via the Public House of Art wordt verkocht is in oplages van 30 gemaakt, waardoor je dus een vrij uniek werk aanschaft.
Om achter het verhaal van het werk te komen, hoef je weinig moeite te doen. Bij aankomst wordt je hartelijk ontvangen door de medewerkers, en vertellen ze je alles over het concept van de organisatie. Daarnaast worden ook de persoonlijke verhalen achter de kunst in één adem door verteld als je wat interesse toont. Kortom, je voelt je welkom. Een groot verschil met menig ander galerij op de Spiegelstraat. Wanneer je daar binnenstapt met Nikes aan en een Eastpack om, zie je medewerkers bijna denken: “Waar denk jij 20.000 euro vandaan te halen voor een niet-ondertekend Banksy werk?”
Commercieel randje
Want inderdaad, qua prijs is er een groot verschil met de bestaande kunstgalerijen. Waar je bij Public House of Art een ‘castle’ formaat schilderij kunt kopen voor een redelijke prijs, kom je voor hetzelfde geld ergens anders net weg met een kladpapiertje ter grootte van een ansichtkaart. Toch lijkt er, net als bij de doorsnee kunstgalerij, een commercieel randje te zitten aan Public House of Art. Hoewel de organisatie zich niet als “a f*cking art gallery” wilt presenteren, zijn er meer overeenkomsten dan verschillen: ze lijkt zich voornamelijk te onderscheiden in de prijzen.
En wie of wat zit er precies achter de organisatie? Uit de website is niet duidelijk op te maken of dit bijvoorbeeld een stichting is of een bedrijf met winstoogmerk. Want terwijl je bij het woord ‘public’ wegdroomt bij het idee van een liefdadigheidsinstelling, blijkt het tegendeel waar. Zo is 2000 euro voor veel mensen een heel maandsalaris, en zijn bij de schilderijen de beschermende laag en het frame niet bij de prijs inbegrepen. Op deze manier kom je vaak alsnog uit op het dubbele bedrag. Daarnaast zal ook de tijd het moeten leren: heb je uiteindelijk de nieuwe Dalí van de eeuw ontdekt, of had je beter je eigen canvas kunnen bestellen bij de Hema voor twee tientjes?