Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd bij Maximum Amsterdam
Amsterdam heeft een bijzondere nieuwe onderzoeksfaciliteit: het Spinoza Centre for Neuroimaging. Geleid door mijn nieuwsgierigheid naar dit soort onderzoek, en het idee dat het tijd was om een bijdrage te leveren aan de wetenschap, besloot ik me aan te melden als deelnemer voor onderzoek. Twee weken later lag ik 75 minuten lang in een MRI-scanner.
DIEUWKE DE VOS
Op het VUmc volg ik ‘Current Issues in Psychopathology’: een interessant vak over psychische aandoeningen, vanuit zowel neurobiologisch als sociologisch oogpunt bekeken. Elke week lees ik nu wetenschappelijke artikelen omtrent wisselende onderwerpen: van autisme tot bipolariteit, van posttraumatische stress tot schizofrenie. In veel van de onderzoeken wordt gebruik gemaakt van verschillende MRI-technieken. Een daarvan is neuroimaging, dat de structuur van het zenuwstelsel kan aangeven en de daarbij geassocieerde functie. Door de snelle technologische vooruitgang kan er in de neurowetenschappen veel winst behaald worden.
“Neuroimaging kan de structuur van het zenuwstelsel en de daarbij geassocieerde functie aangeven.”
Na een aantal weken begon ik een goed beeld te krijgen van verschillende onderzoekswijzen en werd ik steeds benieuwder naar het proces. Hoe zou het zijn om mee te doen aan een neuro-imaging onderzoek? Ik besloot dat het tijd was voor mijn eerste echte bijdrage aan de wetenschap.
Het Spinoza Centre for Neuroimaging werd dit jaar in maart geopend. Het nieuwe onderzoekscentrum is een samenwerking van onder andere de VU en UvA en richt zich compleet op wetenschappelijk onderzoek: samen vooruitgang boeken in plaats van concurreren.
Het ontwerp van het gebouw is erg bijzonder: aan de ene kant rood en roestig, en aan de andere kant ingebouwd in een met gras begroeide heuvel. Dit architectonisch hoogstandje heeft niet slechts esthetische doeleinden. Het is zo ontworpen dat onderzoekers niet compleet afgesloten zijn en in een natuurlijk verlichte omgeving hun werk kunnen doen. Muren om de scanners heen hebben een dikte van 25 centimeter massief staal: het gebouw is ook een bunker om de extreem sterke magnetische velden tegen te gaan. Ter illustratie: de 7T MRI waar ik in onderzocht werd – één van de drie in Nederland – heeft een magnetisch veld dat 140.000 keer sterker is dan het magnetische veld van de aarde.
“De 7T MRI heeft een magnetisch veld dat 140.000 keer sterker is dan dat van de aarde.”
Ik werd na het invullen van twee screenings al uitgenodigd voor onderzoek. MRI-scans zijn niet ingrijpend of schadelijk op welke manier dan ook, maar toch was het spannend. Na binnenkomst in het onderzoekcentrum werd ik nogmaals gescreend en moest ik mijn mascara (waar blijkbaar metaal in zit) afdoen, mijn oorbellen uit, haar los en kreeg ik een mooie blauwe pyjama aan. Als kers op de taart moest ik oordopjes indoen en kreeg ik een koptelefoon op, maar het lawaai van de scanner was desondanks nog goed te horen. Ik ging liggen en werd de MRI ingeschoven: een smalle gele buis met een doorsnee van zeventig centimeter. De gehele ervaring was verrassend relaxed. Het was lekker warm in de scanner, ik lag op zachte kussentjes, en werd slechts gevraagd in te ademen op de piep. Het was het fijnst met gesloten ogen, want de buis is zo nauw dat je ogen niet kunnen focussen op de wand voor je. Ik vond het niet claustrofobisch, maar begrijp goed dat het dat wel zou kunnen zijn. Na een tijdje moest ik echt moeite doen om niet in slaap te vallen en me te blijven focussen op mijn ademhaling. Ik dacht na over de tijd die verstreek: hoe lang duren 75 minuten als je niet weet hoe snel ze voorbij gaan? Stiekem vond ik het jammer dat ik geen taak moest uitvoeren, en alleen maar stil moest liggen. Volgende keer – want ik ben zeker van plan me nog eens op te geven – beter.
“Mijn mascara, waar metaal in zit, moest ik afdoen.”
Achteraf sprak ik nog kort met de onderzoekster, maar wat voor onderzoek het precies was kon ze niet vertellen. Iets met het gebruik van fosfor en de lever, maar ze bevonden zich nog in de eerste fase. En dat was het dan: mijn eerste keer in een MRI-scanner beviel verrassend goed. Of ik ook daadwerkelijk aan een baanbrekend onderzoek heb bijgedragen? Dat zal ik nooit weten.
De video waarmee het allemaal begon
Rainer Goebel is een Duits neurowetenschapper, die na zijn studie psychologie en informatica professor in de neurocognitie werd aan de Universiteit Maastricht, waar hij nu ook directeur is van het Maastricht Brain Imaging Centre. Hij publiceerde onder meer in Science en Nature, de twee meest welbekende en vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften in de biologie, en doet onderzoek aan het Spinoza Centre for Neuroimaging.
Wil je ook weten hoe het is om mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek op het Spinoza Centre? Neem dan een kijkje op hun website: www.spinozacentre.nl.