Dit bericht is oorspronkelijk verschenen op Maximum Amsterdam
Filmrecensie – gezien op 5 november 2015 – Pathé City, Amsterdam
“ABSURDISTISCHE GODSLASTERING MET
GERUSTSTELLENDE AFLOOP”
God bestaat en Hij is een enorme klootzak. Hij woont in Brussel met zijn Vrouw en tienjarige dochter Ea, die Hij slaat wanneer zij niet naar hem luisteren. De mens is geschapen uit pure verveling, en Hij slijt Zijn dagen met het treiteren en terroriseren van de mensheid. Althans, dat is wat Jaco van Dormael ons vertelt in deze mooie, trieste maar toch hoopvolle film.
NUNO BLIJBOOM
Dochter Ea (Pili Groyne) pikt het gedrag van haar vader (Benoît Poelvoorde) niet meer, en besluit wraak te nemen. Ze breekt in in de werkkamer van God en stuurt naar iedereen op Aarde hun sterfdatum. Op advies van haar broer J.C., die zijn dagen slijt als beeldje op de kast van Ea, kiest ze zes apostelen uit om het ‘Gloednieuwe Testament’ over te schrijven. Of beter gezegd, te laten schrijven. Ea kan niet zo goed schrijven, en laat de dakloze Victor het Gloednieuwe Testament opschrijven in een schriftje. De zes apostelen zijn stuk voor stuk gewone Brusselaren, ieder met een zekere treurigheid in hun leven. Ea zoekt hen op en probeert hen gelukkig te maken in hun laatste dagen. Ondertussen is God, kwader dan ooit, Ea gevolgd, en wordt Hij geconfronteerd met de ellende die Hij geschapen heeft.
“De zes apostelen zijn stuk voor stuk gewone Brusselaren, ieder met een zekere treurigheid in hun leven.”
De ontmoetingen met de apostelen worden stilistisch erg mooi en intiem in beeld gebracht, door hun levensverhaal direct aan de kijker te vertellen. Gezien dat de meeste apostelen ongelukkig geworden zijn in hun jeugd, buiten hun schuld om, heeft elke apostel iets triests. Dat wil niet zeggen dat de tragiek in hun leven groots en onherkenbaar is. Integendeel, de emotionele connectie met de apostelen wordt snel gemaakt omdat alle tragiek op een zeker niveau herkenbaar is: een jeugdliefde die nooit beantwoord is, een verlies op jonge leeftijd, overbezorgde ouders; iedereen herkent het.
Dit alles wordt prachtig in beeld gebracht. Van Dormael maakt kundig gebruik van lichteffecten, kleur, en heeft een prettige en duidelijke afwisseling van wijde shots en close-ups. Zo is het huis van God een koude, grauwe plek waar weinig licht binnenkomt, en wordt Brussel op een soortgelijke manier getoond zolang Hij zijn macht erop uitoefent. Wanneer Ea echter haar apostelen ontmoet, zijn de kleuren lichter en vrolijker, en maakt de triestheid plaats voor een gevoel van hoop. Door Ea’s ingrijpen weet ze de levens van haar apostelen dusdanig te beïnvloeden dat zij weer hoop hebben en gelukkig worden, ondanks het naderende einde.
Het absurde concept van de film wordt sterk en erg geestig doorgezet met de gedragingen van de verschillende personages. Apostel Marc, seksverslaafd en woonachtig in een caravan, besluit bijvoorbeeld op aanraden van Ea zijn ‘mooie stem’ te gebruiken om extra geld te verdienen, en doet dit door professioneel pornofilms na te synchroniseren. Of bijvoorbeeld apostel Martine, die haar rijke man verlaat om een relatie aan te gaan met een circusgorilla. Of de punker Kevin, die nog 62 jaar te leven heeft en dit besluit uit te testen door zichzelf van verschillende hoogtes te werpen.
“Punker Kevin heeft nog 62 jaar te leven en besluit dit uit te testen door zichzelf van verschillende hoogtes te werpen.”
Dat zes apostelen wellicht te veel van het goede is, wordt tijdens de introductie van de vijfde apostel helaas al duidelijk. De film begint tempo te verliezen, mede omdat God nog steeds niet in de buurt van Ea gekomen is en zodoende de spanning verslapt. De intermezzo’s waarin God zijn eigen Universele Wetten van Ellende ondervindt zijn geestig, maar halen de kijker uit de tocht van Ea, die interessanter blijkt dan Gods achtervolging. Wanneer God haar ingehaald heeft wordt de spanning hersteld, maar deze confrontatie is helaas van korte duur, en zodoende weinig memorabel.
Le tout nouveau testament is een absurdistische en mooie film die de kijker met een hoopvol gevoel de bioscoop doet verlaten: het leven hoeft geen treurige bedoening te zijn, maar je moet wel je ogen opendoen om al het moois te zien.