Dit bericht is oorspronkelijk gepubliceerd bij Maximum Amsterdam
MARIE VAN HAASTER
Nog nooit heb ik me zo ‘normaal’ gevoeld als toen ik voor het eerst Het Fort van Sjakoo betrad. In vergelijking met de incrowd ben je namelijk al snel een bekrompen regeltjes-volger en dat kan beangstigend zijn. Wanneer je eenmaal over die drempel bent is alle onzekerheid snel verdwenen. De boekwinkel is gezellig en overzichtelijk ingericht: links een grote wand met tijdschriften en flyers, in het midden de recent uitgegeven boeken en achterin een grote kast vol tweedehands papierwerk.
Die overzichtelijkheid is er niet voor niets, want veertig jaar geleden werd Het Fort van Sjakoo in een kraakpand opgericht als informatiepunt. Zowel activisten als ‘normale mensen’ waren welkom en dat zijn ze nog steeds. De eerste groep om zich te verdiepen in zijn idealen; de tweede groep uit nieuwsgierigheid naar revolutionaire en alternatieve denkbeelden. Naast deze informatieve rol neemt ‘Sjakoo’ ook actievere taken op zich. Zo is het vaak een verzamelplaats voor acties en worden er lezingen en discussieavonden gehouden. De eventuele winst wordt gebruikt om de vele actiegroepen te subsidiëren.
“Eventuele winst wordt gebruikt om de vele actiegroepen te subsidiëren.”
De boekhandel wordt zelf op anarchistische wijze gerund door Agnes, Andrea en acht andere medewerkers. Ze werken er allen op vrijwillige basis, zijn zelf activist en ’boekofiel’, zoals Agnes het noemt. “De winkel gaat niet failliet” zegt Andrea, “Maar dat komt alleen omdat wij hier zoveel kopen!”
Gelukkig voor haar portemonnee zijn er ook andere factoren die de boekwinkel overeind houden, zoals zijn internationale bekendheid en unieke thematiek. Vroeger bestonden er in Nederland heel wat activistische boekhandels die allemaal failliet zijn gegaan of (deels) zijn genormaliseerd. Alleen het Amsterdamse Fort van Sjakoo hield stand. Volgens Andrea komt dit waarschijnlijk door de bijzondere reputatie van deze stad: “Mensen komen naar Amsterdam, zowel toeristen als activisten, omdat ze denken dat het een soort vrijheidsparadijs is waar alles mag, ook al is dat steeds minder het geval.”
Volgens Agnes en Andrea mag er de laatste jaren niets meer in Amsterdam: “Je mag niet blowen, je mag niet drinken op straat, je mag er niet slapen als je dakloos bent.” Gelukkig worden de vele regeltjes echter niet al te nauw genomen: “Wij zeggen altijd: je moet burgerlijk ongehoorzaam zijn.” Het idee dat buitenstaanders hebben over Amsterdam vatten Andrea en Agnes dan ook kort samen: “In Amsterdam doen ze het gewoon.”