Wanneer we aankomen in het pittoreske Muiden, staat Eelco Struik (62) al vrolijk zwaaiend op de sluis. Hij is een boot aan het schutten, dus we moeten even wachten. Struik is een grote man met een stevige baard en een zeer vriendelijke lach. Zodra de boot door de sluis is, stapt hij soepeltjes over de sluisdeuren heen in onze richting. Hij geeft me een stevige handdruk en wijst ons naar zijn kantoor, het sluiswachtershuisje.
De mooiste baan
Het huisje is klein, behaaglijk en traditioneel. Overal hangen foto’s van de sluiswachter samen met zijn collega Wouter. In het kamertje staan zogeheten wateralmanakken, een vergeelde waterkaart van Nederland en een flinke kan filterkoffie. Het is gezellig ingericht. Dat moet ook wel, want Struik zit hier dag in, dag uit. Behalve in de zomer, want dan trekt heel Nederland eropuit om eens lekker te gaan varen, en staat Struik de hele dag buiten op de sluis.
Voordat hij 18 jaar geleden sluiswachter werd, woonde Struik Eelco samen met zijn vriendin op een woonboot. Hij omringde zich toen ook graag met water en was altijd al geïnteresseerd in nautisch werk. Toen een vriend vertelde dat er in Amsterdam een sluiswachter werd gezocht, tekende hij vrijwel direct. “Dit is toch de mooiste baan die er is? Elke dag een praatje, zoete inval, vrolijke mensen. Wat wil je nog meer?”
Beschermende functie
De Groote Zeesluis in Muiden is in 1664 gebouwd om het achterland te beschermen tegen het hoge water van de Zuiderzee, wat nu het Markermeer is. Dankzij de beweeglijke sluisdeuren hindert het de scheepvaart niet. De sluiswachter pakt pen en papier en legt al tekenend de werking van de sluis uit. “Wanneer een boot vanaf het Markermeer de sluis binnenvaart, wordt het waterpeil op gelijke hoogte gebracht met de Vecht, via deurtjes aan de onderkant van de sluis. Zo kunnen schepen veilig van het ene naar het andere waterpeil.”

De Groote Zeesluis heeft naast zijn kernfunctie ook een belangrijke rol gehad in oorlogstijd: de sluis behoort tot de Hollandse Waterlinie, waarbij water werd ingezet als verdedigingsmiddel. Door het achterland via de sluis onder water te zetten, werd het gebied moeilijk begaanbaar voor vijandelijke troepen.
Automatisering
Tegenwoordig is de rol van de sluiswachter grotendeels geautomatiseerd en worden sluizen vaak beheerd vanuit een centrale controlekamer. In Nederland zijn ongeveer 440 mensen sluiswachter, maar slechts een paar zijn nog fysiek aanwezig op een sluis. Ook Struik moest zijn vertrouwde plek aan het water een paar jaar geleden verruilen voor beeldschermen op het hoofdkantoor van Waternet, het waterbedrijf van Amsterdam. “Dat was natuurlijk niet leuk. Ik miste de gezelligheid en de charme van het beroep,” vertelt hij.
In het geval van Struik bleek het experiment van korte duur. Door de monumentale status van de sluis was het niet toegestaan om extra bedrading en camera’s aan te brengen. Hierdoor mocht Struik als echte sluiswachter gaan werken bij De Groote Zeesluis, en blijft hij samen met Wouter het gezicht van Muiden.
Gas op die lolly!
Na een paar uur kletsen en koffieleuten is het zover, een zeilboot in aantocht! Niet zomaar eentje, een grote, houten tjalk die de kleine sluis van Muiden door wil. Na een korte woordenwisseling (“môge!”), wordt de boot geschut, oftewel, op hetzelfde niveau gebracht met het waterpeil van de Vecht. Struik gooit de sluizen open en roept “gas op die lolly!”, waarna de boot snel doorvaart. We springen snel in de auto en rijden naar de volgende brug om de slagbomen naar beneden te halen.
De koude wind blaast door onze jas heen, maar Struik lijkt er geen last van te hebben. Nadat we ook deze brug hebben opengezet, zwaait hij vrolijk naar de wegvarende schippers. “Het allermooiste van dit werk, is het contact met de mensen. Soms krijg ik een kaartje van schippers, vanuit Londen bijvoorbeeld. Als dat gebeurt, ben ik de rest van de week gelukkig.”
Eindredactie door Eke Dros