vrijdag 12 december, 2025
Podium voor de Journalistiek

Hoe ervaren biculturele jongeren hun politieke representatie? ‘De politiek houdt zich niet bezig met mensen zoals ik’

Beeld: Paul Einerhand via Unsplash
Politiek

Wat bepaalt of je je aangesproken voelt door de politiek? Gesprekken met vier jongeren die thuis een andere taal spreken dan Nederlands laten zien hoe inhoud en herkenning samen bepalen wie zij vertrouwen als hun vertegenwoordiger in de Tweede Kamer.

Door: Amelia Veldhuis
Leestijd: 6 min

Van de Nederlanders tussen 18 en 39 jaar oud heeft 32 procent zeer weinig vertrouwen in politici, concludeerde onderzoeksbureau Norstat. Ter vergelijking: zeer véél vertrouwen heeft slechts één procent van de jongvolwassenen. Het terugwinnen van vertrouwen was dan ook een wezenlijk thema in de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Slogans als ‘Het kan wél’ (D66) en ‘Bouwen op vertrouwen’ (CDA) wonnen de verkiezingen.

Wat houdt een gevoel van politieke vertegenwoordiging wél in voor jongvolwassenen? Interviews met jongeren die thuis een andere taal spreken dan Nederlands, laten zien hoe zij bepalen wie hen wel of niet goed kan vertegenwoordigen. Dit heeft te maken met inhoudelijke standpunten, maar ook met een gevoel van herkenning. Je ergens thuis voelen berust volgens socioloog Jan Willem Duyvendak ‘in ieder geval op familiariteit, maar het is breder dan dat. Het is een soort vertrouwdheid’.

Hoe voelde het om bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen te stemmen?

Nastasja (21): “Van tevoren voelde het gekkig om te gaan stemmen, omdat ik dan met mijn Nederlandse ID aankom, waar mijn niet-Nederlandse naam op staat… Ook vanwege gesprekken met mijn moeder over dat zij zich niet gerepresenteerd voelt en daarom niet wil stemmen. Maar dan kom ik daar en stem ik en ben ik toch heel trots dat we in een land wonen waar we naar de stembus mogen en iets mogen zeggen.” Haar moeder’s ervaringen in voormalig Joegoslavië beïnvloeden Nastasja deels in haar denken over politiek, autoriteit en vrijheid. Zelf is Nastasja opgegroeid in Oegstgeest. “Het voelt dubbel, omdat ik het gevoel heb dat ik stem voor een politiek die zich niet bezighoudt met mensen zoals ik.”

Arzu (22): “Ik dacht toch ook: wat gaat mijn stem nou doen? Er gaat toch weer niks gebeuren.” Arzu woont met haar moeder en samen spreken ze vooral Turks. Ze beschouwt zichzelf niet als een ‘stereotype’ Nederlander, noch stereotype Turk, maar vooral als Amsterdammer. “Totdat er vijftig procent vrouwen in de Kamer zitten en er wat meer mensen van kleur in links-progressieve partijen zijn, denk ik niet dat ik me helemaal vertegenwoordigd ga voelen in de politiek.”

Jody (20): “Het was een kans om goede leiders voor de Tweede Kamer te kiezen, dus ik was nerveus dat ik iemand zou kiezen die mij niet per se goed vertegenwoordigt in de politiek.” Jody woont in Uitgeest en spreekt met zijn drie zussen en ouders Engels. Dat zijn moeder is opgegroeid in Zuid-Afrika en zijn vader in Engeland zou mee kunnen spelen in zijn politieke voorkeur, maar hij vermoedt dat vooral hun christelijke opvoeding bepalend is. “Ik denk dat ik me wel aangesproken voel door de Nederlandse politiek. Maar ik ben iemand die best veel natuurlijk vertrouwen in de politiek heeft.”

Wing (24): “Ik was op zich wel trots, maar eigenlijk had ik er niet heel veel gevoel bij.” Wings ouders zijn allebei afkomstig uit Hong Kong, en ze vertelt dat zij zich ondanks hun decennialange verblijf in Nederland nog altijd te gast voelen in de politiek. “Het klinkt misschien raar, maar ik denk dat ze daarom eerder stemmen op iemand die een Aziatisch uiterlijk heeft dan op een westerse man.” Zelf voelt ze zich in de politiek aangesproken wanneer het gaat om onderwerpen die haar raken, zoals onderwijs en wonen, en wil op basis van de inhoud stemmen. Dat verschil met haar ouders komt waarschijnlijk door haar opgroeien als ‘echte ras-Amsterdammer,’ glimlacht ze.

Vertegenwoordiging is inhoud, maar ook een gevoel van herkenning

Hoe bepaal je wie jou mag vertegenwoordigen?

Net als Wing zeggen Nastasja, Jody en Arzu vooral naar de inhoud te kijken bij het bepalen van hun stem. “Hoe ik een partij kies?” vraagt Arzu. “Ik kijk gewoon naar hun programma’s. Ik bedenk zelf wat ik de belangrijkste punten vind.” Jody zegt ook: “Vertegenwoordiging gaat om wat ik belangrijk vind in de maatschappij, hoe mijn morele kompas eruitziet.”

Nastasja pleit nadrukkelijk voor een grotere focus op partij-inhoud: “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen minder op een persoon gaan stemmen en meer op een partij. Binnen een partij vind je vaak van alles. Het zijn niet allemaal dezelfde mensen. Mensen met eenzelfde mening hebben vaak hele verschillende achtergronden of denkbeelden over die mening.”

Maakt het daarbij uit of een politicus op jou lijkt?

Toch blijken fysieke, sociale of culturele kenmerken niet los te staan van de inhoud. Soms geven deze kenmerken vertrouwen dat een politicus ook inhoudelijk een goede keuze is. Zo voelt christendom voor Jody als een gedeelde ‘basis waarop politici beslissingen maken’. “Dan heb je het idee: er is een reden dat deze persoon mij goed kan vertegenwoordigen.” De ChristenUnie weerspiegelde dat het meest. “Ik vertrouw het standpunt waar christelijke mensen vandaan komen.”

Arzu legt het uit met een vergelijking: “Stel ik zou in therapie gaan, zou ik liever bij iemand terechtkomen die ook een Midden-Oosterse achtergrond heeft, omdat diegene mijn cultuur dan beter kent.” Daarom stemt ze meestal op vrouwelijke kandidaten met een migratieachtergrond. “Niet dat diegene er dan alleen voor buitenlandse mensen moet zijn – want diegene is gewoon Nederlands – maar ik denk toch dat zij wat eerder aan mensen met een migratieachtergrond denken.”

Wing merkte dat het openlijk en trots uitdragen van identiteit een belangrijke factor was voor haar politieke denkbeeld. “Toen ik op de basisschool zat, dacht ik wel eens: ik wil eigenlijk helemaal geen Chinees zijn. Waarom heb ik zwarte haren? Waarom heb ik donkere ogen? Maar naarmate ik groter werd, kreeg ik meer zelfacceptatie. Die zelfacceptatie vind ik heel belangrijk.” Ze vond herkenning in partijen als de VVD en JA21, maar bovenal in Rob Jetten: “Maar dan over het feit dat hij een mannelijke partner heeft. Heel veel mensen denken: dat is iets kwetsbaars – waarom laat je dit zien? Nee, ik vind het juist heel stoer. Dat toont toch moed? Daarom heb ik ook op hem gestemd.”

Eindredactie door Hasse Drewes

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Amelia Veldhuis (2003, zij/haar) is student geschiedenis en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast heeft ze interesse in democratie en een fascinatie voor identiteit en vertegenwoordiging. Als redacteur Politieke Partijen probeert ze politiek nieuws te duiden door het in historische, politieke en maatschappelijke context te plaatsen.

Lees meer van Amelia Veldhuis