Een kijkje bij de Zomerschool die zittenblijven moet voorkomen: “Hier moet je hard werken”

Beeld: Een bijlesdocent en een leerling. Beeld door Bibice Piets.

13 juli 2020, 11:00

Het aantal zittenblijvers moet in zeven jaar tijd flink worden teruggebracht, oordeelde het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de VO-raad in 2013. Om dat te bereiken zijn zomerscholen in het leven geroepen, maar zijn die wel zo effectief?

Op de Zomerschool van de Purmerendse ScholenGroep (PSG) en bijlesbedrijf Bijlescontact bikkelen 35 leerlingen nog even door in de zomervakantie. Ze hebben één doel: over naar de volgende klas. Daarvoor moeten ze het vak waar ze een onvoldoende voor staan bijspijkeren met drie dagen intensieve bijles en zelfstandig werk in kleine groepjes. De school gaat van start op maandag, en donderdags wordt de overgangstoets gemaakt. Halen ze die, dan mogen ze over naar het volgende jaar. Lukt dat niet, dan blijven ze waarschijnlijk zitten. De school heeft daarin de beslissende stem.

Zittenblijven

De Zomerschool is een landelijk initiatief dat het aantal zittenblijvers in het voortgezet onderwijs terug moet dringen. Jaarlijks blijven er circa 28.600 leerlingen zitten, wat neerkomt op 5,8 procent van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het doel van het Ministerie van OCW en de VO-raad is om in 2020 dat percentage naar 3,8 procent te hebben teruggebracht.

Het rendement van zittenblijven is laag, schrijft Zomerscholen VO-raad op haar website. “Het werkt voor veel leerlingen demotiverend en draagt niet bij aan een succesvolle loopbaan. Zittenblijven betekent veelal ondermaats presteren op één of meerdere vakken. Het is dan zonde om een heel jaar over te doen.” Daarom trekt het Ministerie van Onderwijs sinds 2013 jaarlijks geld uit voor Zomerscholen, om de doorloop te bevorderen. Het samenwerkingsverband van Bijlescontact en PSG is één van vele partijen die gebruik maken van de subsidie, die tegenwoordig circa 450 euro per leerling bedraagt. Deze 35 Purmerendse leerlingen krijgen dus nog één kans toegeworpen om zich te bewijzen.

Het is dinsdagmiddag en de leerlingen van de Zomerschool hebben er net een hele ochtend op zitten. In een klein gedeelte van de gigantische schoolkantine eten de leerlingen aan de kantinetafels hun lunch. Een deel is naar de dichtstbijzijnde supermarkt gehold, wat blijkbaar mag, ondanks de 100% aanwezigheidsplicht. De regels van de Zomerschool zijn aan de strenge kant en vereisen van leerlingen de volle toewijding. Afgezien van de pauzes, worden ze geacht elk lesblok aanwezig te zijn en mogen ze geen minuut te laat komen. Dat wordt soms beantwoord met rebellie, maar direct op een verantwoorde manier aangepakt.

De 14-jarige Floor van der Pol zit samen met een vriendin aan een tafel bij het raam. Voor haar ligt een zakje met glutenvrije boterhammen en een pakje sojamelk. Ze laat haar gekrulde haarlok nonchalant over de AirPod in haar linkeroor vallen, terwijl ze vertelt waarom ze meedoet aan de Zomerschool. “Ik ben hier voor Nederlands. Ik vind daar niet veel lastig aan, maar ik was een tijdje ziek en ik mocht al m’n toetsen inhalen behalve die van Nederlands. Dus daar kreeg ik twee 2’en voor. De docente zei: ‘Ik moet ergens een streep trekken’. Dat is de reden dat ik hier zit.”

Leerlingen Floor van Pol en Noa Giacomini. Beeld door Bibice Piets.

Toch heeft ze moeite met lezen en schrijven: “Maar dat komt door mijn dyslexie en daar is niet echt wat aan te doen.” De school bepaalt of leerlingen mee mogen doen aan de Zomerschool en daarna ligt de keuze bij de ouders en de leerling zelf of ze daarmee akkoord gaan. Een enkele leerling kiest ervoor om het niet te doen, bijvoorbeeld omdat hij al een vakantie heeft staan, maar de meesten gaan ervoor.

Het blijkt echter nogal een opgave. Doordat de leerlingen de afgelopen maanden alleen maar online onderwijs hebben genoten, zijn ze de lange schooldagen niet meer gewend. “Ik ben erg moe. Je moet opeens weer vroeg opstaan en tot heel laat naar school”, vertelt Floor. Ook is het weer even wennen om door docenten op de vingers te worden gekeken, maar dat is zo erg nog niet. “Tijdens de quarantaine neigde ik er weleens naar om de opdrachten niet te doen, want de docent kijkt het toch niet na. Hier moet je hard werken, want er wordt de hele dag op je gelet. Dat vind ik wel fijn werken.”

Slapen

Het eerste wat ik na de Zomerschool ga doen is slapen. En weer met vrienden naar buiten gaan, want daar ben ik nu de hele tijd te moe voor. Ik had gister eigenlijk met vrienden afgesproken, maar toen realiseerde ik me dat ik naar de Zomerschool moest. En ik ga ook weer van mijn telefoon houden, want ik mag er nu maar 40 minuten in de pauze op.’’ Die telefoon is nogal een dingetje voor deze tieners, want het is strikt verboden om hem tijdens de les bij je te hebben. “Tijdens gewone lessen met dertig leerlingen kunnen docenten er niet echt op letten, dan doe je gewoon je haar voor je AirPod.” Maar bij de Zomerschool moet de telefoon bij de lokaaldeur worden ingeleverd óf thuis worden gelaten. “Als ze erachter komen dat je hem wel in je tas hebt, kun je van de Zomerschool afgestuurd worden.”

“Iedereen zei altijd dat de Zomerschool leuk was, dat je eten kreeg maar door corona krijgen we geen pizza, geen ijskraam, niks.” De etenswaren blijven dit jaar weliswaar achterwege, de docenten proberen het toch op andere manieren voor leerlingen leuk te maken.  De 23-jarige Imke Chatroux is één van de zeventien bijlesdocenten van de Zomerschool en houdt de sfeer in het klaslokaal erin door het contact persoonlijk te maken. “Vaak zitten we met twee docenten in een lokaal en merk je dat de leerlingen de behoefte hebben om te praten. Dan probeer je iedereen erbij te betrekken, door gezellig te praten, grapjes te maken, zodat het luchtig blijft. Ik wil niet dat ze het idee hebben dat ze alleen maar moeten werken.”

Het begeleiden van leerlingen vindt Chatroux geweldig en dat is zichtbaar. Ze straalt terwijl ze het toelicht: “Het bijhouden wat ze doen, waar ze moeite mee hebben, wat er niet goed gaat en waarom het dan niet goed gaat. Soms zie je dat ze zich tijdens het zelfstandig werken totaal niet kunnen concentreren. Om daarmee te dealen, vind ik leuk.” Plotseling staan leerlingen op en begeven zich naar de trap, het is bijna half twee, tijd voor het derde lesblok. Chatroux grapt: “Ik ga ook, want ik moet wel het goede voorbeeld geven.”

Beeld door Bibice Piets.

Zodra alle leerlingen uit de kantine weg zijn, licht Rogier van Bemmel de indeling van de dagen toe. Hij is medewerker van het bijlesbedrijf Bijlescontact en organiseert de PSG Zomerschool. “De meeste 1-op-1 bijlessen vinden ’s ochtends plaats zijn ze namelijk scherper.’’  Het merendeel werkt die middag onder begeleiding van één of twee docenten zelfstandig aan hun opdrachten. De leerlingen zitten verspreid over de zeven lokalen in de glazen loopbrug van de school. Onder de brug raast het verkeer van een autoweg.

Als er geen corona was geweest was ik misschien wel overgegaan

Het anderhalf uur durende lesblok is nog geen twintig minuten begonnen, of er gebeurt een ongeluk op de rotonde niet ver verwijderd van de school. De leerlingen staan direct met hun neus tegen het raam gedrukt. “Er is iemand aangereden,” roept een leerling ontsteld. Ook de docente Nederlands loopt naar de deuropening toe om zich te voegen bij de nieuwsgierige leerlingen. Kort praat ze mee over de vermoedelijke oorzaak van het ongeluk, maar het duurt niet lang of ze roept de leerlingen alweer tot orde: “Kom jongens. Je leest wel in de krant wat er gebeurt is.”

Eén van de leerlingen die ’s middags nog individueel bijles krijgt, is Noa Giacomini (15). Ze doet vmbo basis en volgt de Zomerschool voor het vak Engels. “Het was mijn eigen keus om mee te doen aan de Zomerschool want ik wil echt niet blijven zitten. Al m’n vrienden zijn wel over. Ik vind echt alles van Engels lastig, maar ik leer nu heel veel. Het online onderwijs vond ik de afgelopen maanden vreselijk want je kreeg geen goede uitleg. Als er geen corona was geweest was ik misschien wel overgegaan.’’

Eigenlijk niet zo erg

Jerre Heijnis doet tweetalig havo/vwo en zit in de tweede klas. Hij doet mee aan de Zomerschool voor Wiskunde. “Het helpt me heel erg. Ik vind deze lessen leuker dan de normale lessen. Ik heb het idee dat ik meer geholpen word en dat ik sneller leer, waardoor wiskunde een leuker vak wordt in plaats van heel ingewikkeld. Daardoor krijg ik er meer zin in.”

Leerlingen Isello Bakker en Jerre Heijnis. Beeld door Bibice Piets.

Zijn klasgenoot Isello Bakker (13) zit in hetzelfde schuitje, ook hij volgt het vak Wiskunde. “Ik heb vaak met wiskunde net de klik niet. Mijn ouders werden vorige week woensdag gebeld of ik mee wilde doen. Ik vind het eigenlijk niet zo erg om mee te doen, want ik wil heel graag over dus ik vond dit eigenlijk de beste oplossing.” De jongens staan een vijf voor het bètavak, maar uiteindelijk doet het cijfer wat leerlingen staan er niet toe. Waar het om gaat, is dat ze de overgangstoets op donderdag met een voldoende halen. Vaak lukt dat wel, vertelt Van Bemmel. “Zo’n 75 à 80 procent van de leerlingen haalt die toets.” Het landelijk gemiddelde van de Zomerschool lag in 2017 op 88 procent, blijkt uit onderzoek van TIER UM.

Donderdag blijkt dat inderdaad 75 procent van de leerlingen is geslaagd, waaronder Jerre, Floor en Noa. Dat maakt de lichting zittenblijvers dit jaar weer kleiner; de Zomerschool heeft haar doel behaald. Maar dat niet alleen, de leerlingen houden er ook de nodige motivatie en zelfvertrouwen aan over. Zij kunnen met een voldaan gevoel de vakantie in, wetende dat ze volgend lesjaar weer naast hun vertrouwde klasgenoten zullen zitten, dat alle ‘ingewikkelde’ vakken voortaan wat leuker zullen zijn maar bovenal dat ze niet voor maar één vak het hele jaar hoeven over te doen. Het moet nog blijken of het Ministerie van Onderwijs en de VO-raad haar gestelde doel, om het percentage zittenblijvers in zeven jaar tijd tot 3,8 procent terug te dringen, heeft gehaald. Maar er kan in ieder geval één conclusie worden getrokken: de PSG Zomerschool werkt.


Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Lees ook:

Zoeken

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.