Het begint met een bericht op X van de Hongaarse Eurocommissaris Olivér Várhelyi over het uitbreidingsbeleid van de EU. Twee dagen na de aanval van Hamas op Israël zegt hij dat de Europese Unie de ontwikkelingshulp aan Gaza, een bedrag van 691 miljoen euro, per direct op zal schorten.
Een paar uur later roept zijn collega Janez Lenarčič, die daadwerkelijk iets te zeggen heeft over dit geld, hem terug. De Europese Commissie zal Palestina financieel blijven steunen “zolang het nodig is”. Ook Josep Borrell reageert fel. Borell is als hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk voor de diplomatieke inzet van de EU op het wereldtoneel. Hij stelt dat elke heroverweging van de fondsen tot de conclusie moeten leiden dat er juist méér geld naar Palestina moet.
Tijdens deze onrust reist president Ursula von der Leyen naar Israël. Samen met de voorzitter van het Europees Parlement, Roberta Metsola, bezoekt ze de kibboetsen die zijn aangevallen door Hamas. De twee Europese leiders spreken onvoorwaardelijke steun uit voor Israël. Dit levert kritiek op. Zo schrijft de Franse Europarlementariër Nathalie Loiseau op X dat Von der Leyen een belangrijke boodschap vergeet: Israël moet het internationaal humanitair recht respecteren.
Ook Europese leiders bekritiseren Von der Leyens standpunt. Ze vinden dat de Commissiebaas te stellig is. De Ierse president noemt haar zelfs “roekeloos”. Duidelijk is dat de oorlog tussen Israël en Hamas zorgt voor onenigheid in de hogere rangen van de EU. Waar het politieke wezen vaak haar best doet zich als eenheid te profileren, lijkt iedereen nu iets anders te vinden en is het mandaat van de Europese instituties onduidelijk.
De oorlog tussen Israël en Hamas zorgt voor onenigheid in de hogere rangen van de EU
Het conflict leidt ook onder de Europese lidstaten tot grote verdeeldheid. Zo ondersteunen Duitsland en Frankrijk de Israëlische president Benjamin Netanyahu en onderstrepen ze het zelfverdedigingsrecht van Israël. Beide landen verbieden pro-Palestina demonstraties. Spanje is kritischer tegenover de Israëlische president. De Spaanse regering vindt dat Israël buitenproportioneel geweld gebruikt tegen de inwoners van Gaza.
De onenigheid tussen de lidstaten heeft invloed op het standpunt van de EU. Traditioneel gezien heeft de EU geen onafhankelijk buitenlandbeleid. Dit wordt gezamenlijk bepaald door de lidstaten. In de Raad discussiëren de 27 ministers van buitenlandse zaken over elkaars internationale beleid en kunnen ze voorstellen doen. Deze ministers hebben allemaal een gelijke stem en instructies vanuit hun respectievelijke regeringen. Een meerderheid is doorgaans voldoende om een voorstel aan te nemen, maar met gevoelige onderwerpen als deze oorlog is unanimiteit verplicht. Omdat alleen de lidstaten mogen stemmen over deze voorstellen, heeft de Commissie hier geen officiële invloed.
Welke maatregelen getroffen moeten worden blijft als gevolg onduidelijk. Vorige week tijdens een noodvergadering van de Europese Raad, waarin alle Europese staatshoofden en regeringsleiders samenkomen, konden ze het niet eens worden over voorwaarden voor een staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël. Volgens de Oostenrijkse president zou dit alleen “Hamas de tijd geven om te hergroeperen”. Voorstanders voor een wapenstilstand, zoals Spanje, benadrukken dat dit enige manier is om meer burgerslachtoffers te voorkomen. Ook een vredesconferentie werd besproken. Waar dit georganiseerd moet worden en door wie konden de regeringsleiders geen consensus over bereiken. Politico schrijft dat de Israëlische en Palestijnse ambassadeurs desgevraagd niet eens op de hoogte zijn van de insteek van deze conferentie.
De kakofonie aan meningen zorgt voor chaos in de Europese besluitvorming. Tijdens een persconferentie in Brussel bekritiseerde de Palestijnse ambassadeur de EU vanwege het gebrek aan een duidelijk standpunt. Andere invloedrijke mogendheden als de Verenigde Staten en Turkije spreken wel duidelijke taal. Zij hoeven slechts binnen de eigen regering overeenstemming te bereiken en hebben de slagkracht die bij Europa ontbreekt. In 2019 zei Von Der Leyen bij haar aantreden als Commissiebaas van de EU een “geopolitieke grootmacht” te willen maken met een sterke aanwezigheid in het buitenland. De positie van de EU in deze oorlog komt dit imago niet ten goede.
Eindredactie door Jens van der Weide